Stel dat ijdelheid, trots en machtslust belangrijk voor je zijn en je een belangrijke publieke en verantwoordelijke functie hebt, bijvoorbeeld als bestuurder of politicus. Dan is die basis van genoemde waarden wel erg smal; want vooral ook de binnenkant telt en vertelt of mensen transparant en authentiek zijn.
Uiterlijk kan het allemaal prima in orde lijken als we trotse en ijdele mensen zien, maar vanbinnen kan er een diepe onvrede bestaan. In ons eigen ‘bouwwerk’ is het bijzonder onfris en duister: er kan geen raam open en daar lijden we enorm onder. Opgesloten in het fort van het ego verlangen we naar meer vrijheid. Deze idealen kunnen we realiseren door ons ego af te breken.
Het liefst zouden we willen leven zonder donkere kanten in ons leven. Wie wil er graag worden geconfronteerd met zijn grootste angst of zijn al of niet verborgen gevoelens van wraak of jaloezie? In plaats van te letten op onze gevoelens en deze te bevragen, onderdrukken wij ze, wellicht om naar buiten toe zeker over te komen. Maar hoe meer wij onze gevoelens onderdrukken, des te onrustiger het in ons binnenste wordt. De schaduw die we meedragen blijkt zo een lastige partner die we niet graag welkom heten en liever negeren. De schaduw die in je leeft verbloem je met mooie eigenschappen zoals trots, ijdelheid en bekoorlijkheid. Narcissus deed dat.
Narcissus is de knapste jongeman van heel Griekenland. Bijna alle jonge vrouwen zijn verliefd op hem. Hij wijst echter iedereen af. De godin van de liefde, Aphrodite, wordt zo boos over zijn arrogante houding dat ze als straf de jongeman verliefd laat worden op zichzelf. Hij spiegelt zich in het water en wordt verliefd op zichzelf. Voortaan kijkt hij de hele dag naar zichzelf in de vijver. Uiteindelijk berooft hij zich van het leven en verandert de godin Aphrodite hem in een bloem. Narcissus wordt verliefd op zichzelf, dat wil zeggen: hij wordt verliefd op een deel van zichzelf en wel op zijn geïdealiseerde beeld. Zijn spiegelbeeld bedriegt hem omdat het alleen zijn volmaakte, schitterende deel weergeeft en niet zijn minder mooie kanten. Narcissus ontkent het bestaan van zijn schaduwkanten. De ontkenning van deze donkere kanten heeft zelfs de dood tot gevolg in het verhaal. Dan had hij zijn ware aard maar niet moeten verbloemen.
Mensen zijn soms als Narcissus en hebben de neiging hun schaduwkanten te ontkennen omdat deze niet in overeenstemming zijn met de houding die ze bewust hebben ontwikkeld. Zo blijven ze gevangen in hun narcisme, in hun ego. De acceptatie van de schaduwkanten druist in tegen de normen en waarden die we in de opvoeding hebben meegekregen. We worden immers geacht niet te liegen, niet te doden, niet te stelen, geen drugs te gebruiken, anderen te helpen, een ruzie bij te leggen, niet te pesten en geen overspel te plegen. We worden geacht goed te handelen en aardig te zijn voor anderen. De opvoeding neemt de schaduw niet serieus en miskent haar doorgaans. De opvoeding wil impulsen en driften cultiveren en aan banden leggen. Daardoor gaan we denken dat de impulsen en driften verkeerd zijn en erkennen we onze schaduw niet.
In de schaduw zit blijkbaar een waardevolle en krachtige energie. Contact maken met die energie bevordert vitaliteit. Uit de mythe van de ijdele Narcissus blijkt dat hij te zeer gehecht is aan zijn ideaalbeeld en zijn schaduwkanten ontkent. Hij kan geen relatie met een ander aangaan en sterft uiteindelijk. Om niet als Narcissus te sterven, zullen we ons op de één of andere manier moeten verhouden tot de donkere kanten. Deze donkere kanten zijn als mest. Het liefst willen we ze afscheiden. Maar wanneer we mest weten te benutten, blijkt het groeikracht te zijn. Wie geestelijk wil groeien, kan de confrontatie met de schaduw niet vermijden. Want de schaduw is de lotus die in de modder groeit.
In de zomerperiode vanaf 25 juli staat de maandagochtencolumn in het teken van de vraag hoe we ons verhouden tot de donkere kanten in ons leven. Deze vraag wordt telkens belicht vanuit de Griekse mythologie. Vandaag de eerste aflevering.