Wat zijn mensen toch knap. We begrijpen en verklaren de wereld en kunnen het leven zelfs naar onze hand zetten. We zijn heer en meester geworden over de natuur. We manipuleren gewassen, klonen dieren, bouwen dijken en genezen ziektes. We hebben alles in de hand of toch niet?
Nee dus. Niet alles en iedereen is manipuleerbaar. Vaak zijn we begrensd, schieten tekort en worden geconfronteerd met pijn en lijden. De één wordt ernstig ziek zonder uitzicht op herstel en een ander wordt ontslagen zonder dat er zich meteen een nieuwe baan aandient. Er zijn kennelijk grenzen aan de maakbaarheid van het leven: niet alles is te regisseren en te controleren.
Het leven is nu eenmaal doortrokken van lijden, pijn en eindigheid. Dat is inherent aan ons bestaan en als we de tekorten proberen op te heffen zal dat niet altijd lukken. Soms moeten we helaas ons hoofd buigen en staan we met lege handen. Misschien kunnen we uit een ander vaatje tappen en een houding van acceptatie, ontvankelijkheid of zelfs overgave aannemen. Zo’n houding geeft ruimte. Het vraagt wel veel. Vooral om alle verzet en weerstand op te geven en ook de bereidheid anders naar het leven te kijken.
Wie de ongerijmdheid en de gebrokenheid van het leven volledig accepteert en er zich aan overgeeft krijgt een sleutel in handen om het leven anders te ervaren; andere waarden worden zichtbaar. Bij een ernstige ziekte blijkt hoe belangrijk troost is en als vluchtelingen worden opgevangen is solidariteit en humaniteit nodig. En een jonge moeder die doodziek was ontdekte hoe belangrijk het is in het hier en nu te leven en vooral nog te realiseren waar haar hart naar verlangde.
Als je met lege handen staat, wordt duidelijk wat écht belangrijk is in je leven en kun je bij jezelf komen en met mededogen naar jezelf, de ander en het leven kijken.
Lege handen kunnen altijd weer worden gevuld, al is de vulling wel anders dan vaak wordt gedacht.