Logo-Ton-Roumen-zoeken-naar-zin-op-je-levensweg

Als je de zin van het leven zoekt, kom je altijd uit bij niet-materiële waarden

‘Wat is de zin van ons leven?’ Met die vraag startte iedere aflevering van de interviewreeks die Volkskrant-journalist Fokke Obbema in de Volkskrant publiceerde. Lezers krijgen nu ook de kans om die vraag te beantwoorden in een interview met zichzelf. Vandaag: Ton Roumen. 29 februari 2020

Beeld Sophia Twigt

Klik hier voor het originele artikel in De Volkskrant, verschenen op 29 februari 2020

‘Mijn vader zag in mij een accountant of econoom, maar de ambitie voor zo’n beroep had ik niet. Mijn belangstelling voor religie en spiritualiteit was te groot. Altijd al zo geweest. Als kind wilde ik priester worden. Het traditionele katholieke gezin waarin ik opgroeide, was een vertrouwde bedding. Als 8-jarige oefende ik met preken. Mijn broers en buurtkinderen waren toehoorders. Dat gebeurde slechts één keer. Ze vonden het zo saai dat ik ze niet voor een tweede keer heb kunnen strikken. Op de middelbare school ben ik me gaan losweken van het katholieke keurslijf. Ik ging hatha yoga beoefenen en mediteren en las over het hindoeïsme en boeddhisme. Ik ontdekte dat andere religies ook waardevol zijn en ging naarstig op zoek naar inzichten die mensen kunnen helpen in hun persoonlijke ontwikkeling. Dat is mijn beroep geworden.’

‘Sinds tien jaar geef ik meditatieretraites en deel ik inzichten en praktijken uit uiteenlopende spirituele tradities zoals het vipassana-boeddhisme, hatha yoga, chi kung en het christendom. Ook maak ik gebruik van eigentijdse inzichten zoals mindfulness en haptonomie. Ik schep voorwaarden, waardoor mensen zin kunnen vinden in hun leven. De basis daarvoor is rust en verstilling. Als die basis er niet is, blijf je doorjakkeren, raak je verwijderd van jezelf en kun je geen antwoord vinden op de vraag naar de zin van je bestaan, laat staan dat je een zinnige weg kunt bewandelen.’

Wat is de zin van ons leven?

‘Voor mij hoeft een visie op de zin van het leven niet groots te zijn. Persoonlijkheidspsycholoog Hubert Hermans schreef ooit al dat de zin van je leven gevonden wordt in wat je zelf als zin ziet en niet zozeer in de aanvaarding van een integrale bestaande visie. De zin van je bestaan is persoonlijk. Voor mij is de zin van het leven het leven zelf, het leven intens beleven en ervan genieten. Als je niet kunt genieten, ben je aan het overleven en is stress je dagelijkse partner.’

Hoe kun je het leven intens beleven?

‘De sleutel is acceptatie. Alles te accepteren wat er is en zelfs te omarmen. Alles biedt een kans je verder te ontwikkelen. Voor blijdschap en liefde is dat misschien duidelijk, voor angst, tegenslag en ziekte ogenschijnlijk niet. Een natuurlijke en menselijke reactie is weg te lopen voor negatieve ervaringen. Toch zijn pijn en lijden grondstoffen om te ontwaken, zeggen boeddhisten. Daarvoor is het nodig een relatie aan te gaan met alles wat er is en de dagelijkse realiteit niet te verwerpen, maar er volmondig ja tegen te zeggen.’

‘Die boodschap is eeuwenoud en heet tantra. Vaak wordt tantra geassocieerd met een verzameling seksuele praktijken die een weg wijzen naar bevrijde seksualiteit, maar dat is een beperkte en misvormde opvatting. Tantra is veel meer, het is een wegwijzer naar je bestemming, naar wie jij in oorsprong bent. Die bereik je door alle emoties te voelen en te aanvaarden, de mooie en de lastige. Recent onderzoek, dat is uitgevoerd aan de universiteit van Californië in Berkeley, laat zien dat het accepteren van een slechte bui ertoe leidt dat je je juist beter gaat voelen. De onderzoekers concluderen dat de onderzochte personen die een slechte bui niet kunnen accepteren, vaker symptomen van een stemmingsstoornis hebben dan personen uit de onderzochte groep die donkere gevoelens wel toelaten.’

‘Omgekeerd vonden de onderzoekers dat mensen die hun negatieve emoties wel accepteren, minder negatieve emoties ervaren en dat zij zich beter voelen. Door vreugdeloze en lastige stemmingen te accepteren lijkt het alsof deze onschadelijk worden gemaakt; alsof negatieve emoties smelten als sneeuw voor de zon.’

Is de persoon worden die je in oorsprong bent niet een groot cliché?

‘Nee, beslist niet. Ik heb zowat mijn halve leven vertrouwd op mijn verstand. Ik dacht dat het een goed kompas was. Dat bleek niet zo te zijn toen ik in een crisis kwam. Ik dacht dat ik alles had: een relatie, kinderen, een huis, een auto, een baan aan de universiteit, maar ik was niet gelukkig. Intuïtief had ik het besef dat ik uit een ander vaatje zou moeten tappen.’ 

‘Het roer ging om. Het is me gelukt in contact te komen met mijn gevoelens. Mijn verdriet, boosheid, passie en enthousiasme werden weer voelbaar. Mijn leven kwam in beweging en werd minder zwaar. Ik ben gaan ervaren dat emoties en het lichaam krachtbronnen zijn die vitaliseren. We hebben een hoofd, maar de rest van ons lichaam is minstens zo belangrijk. Ik heb een hart en mijn benen dragen mij, handen kunnen gebaren of gitaarspelen en met mijn stem kan ik zingen.’ 

‘Nadat ik was vastgelopen, ben ik begonnen aan de reis van mijn hoofd naar mijn hart. Die weg heeft mij geholpen. Mijn persoonlijk leven is eenvoudiger geworden. Ik hoef niet meer een paar keer per jaar dure kostuums te kopen en in mijn professionele leven ben ik mijn hart gaan volgen. Ik geef retraites en creëer zo mogelijkheden voor deelnemers om in alle rust zichzelf te kunnen vinden of een inzicht op het spoor te komen om hun leven anders aan te pakken. In de stilte kunnen heldere inzichten ontstaan, over het leven, over jezelf.’

Beeld: Stefan Koopmans

Welke rol is er voor religie weggelegd?

‘Authentieke religie gaat altijd over de waarden van het hart, over compassie, over naastenliefde. Ook over eigenliefde overigens. Daarvoor is een innerlijke ontdekkingstocht nodig. Er zit een schat in de akker van je ziel, die kun je opgraven. We beschikken over een kostbare parel. Bijbelverhalen gaan daarover. Dat geluk zit van binnen en is vele malen meer waard dan je auto, je diploma’s en alles wat je bezit – hoe handig het ook is over voldoende geld te beschikken.’

‘Als je de zin van het leven zoekt, kom je altijd uit bij niet-materiële waarden. Daarvoor is bewustwording nodig van krachten die je uit balans brengen zoals ijdelheid, hebzucht, jaloezie en woede. Dat zijn krachten van je ego, ze houden je gevangen. We zijn niet ons ego, dat is een aangekoekte laag. Identificatie met het ego, met materie en materiële waarden, zit in de weg, alsof daar de zin van het leven te vinden is. Je kunt je onthechten. Dat is een proces van de-identificatie. Dan ontstaat er ruimte om lief te hebben.’ 

‘Liefde is de belangrijkste kernwaarde – all you need is love. Misschien klinkt dat als een cliché, maar clichés zijn doorgaans waar. Iedereen wil gezien worden, geliefd zijn. Maar niet iedereen wordt bemind. Wat zou het fijn zijn liefde aan jezelf te geven. Want liefde kennen we allemaal. We hoeven er alleen maar contact mee te maken. Liefde is allereerst eigenliefde. Je kunt jezelf omarmen, met alles wat je mooi en niet mooi vindt aan jezelf. Met je talenten en je tekortkomingen en met je donkere en lichte kanten. Als jij jezelf kunt liefhebben is dat een basis om liefde met anderen te delen. De middeleeuwse mysticus Meister Eckhart zei het al: ‘Als jij jezelf liefhebt, heb je iedereen lief.’’

Hoe weet je zo zeker dat niet-materiële waarden, liefde voorop, essentieel zijn?

‘Je kunt je de vraag stellen wat de ultieme zin is van je leven. Als je een antwoord wilt vinden op die vraag, moet je je voorstellen dat je doodgaat. Dat is een eeuwenoude methode van reflectie, in de Middeleeuwen ontstaan in kloosters: de meditatio mortis. Stel je de therapeutische vraag wat je zou doen als je nog maar een maand of een jaar te leven hebt. Dan wordt duidelijk wat je nog te doen staat – je bucketlist kan worden opgesteld.’

‘Stervensbegeleider Bronnie Ware heeft stervenden gevraagd hoe ze terugkijken op hun leven. Op het sterfbed zegt niemand dat hij harder had moeten werken in zijn leven. Nee, dan wordt het belang van niet-materiële waarden pas echt duidelijk. Op het sterfbed verzuchten mensen: had ik de contacten met mijn vrienden maar meer gekoesterd. Had ik maar meer aan de bevordering van mijn geluk gewerkt. Had ik maar meer vrije tijd gehad en meer tijd doorgebracht met mijn familie. Had ik maar meer naar mijn gevoel geluisterd en een eigen spoor gevolgd in plaats van mij te laten leiden door de verwachtingen van anderen. Bronnie Ware hoorde van mensen verhalen waar ze spijt van hadden. Haar ervaringen laten zien dat aan het einde van je leven het gemis duidelijk kan worden. Het kan zijn dat je hebt geleefd met de handrem erop. Dit leven kan niet worden overgedaan. Het is spijtig als we onszelf mislopen en vergeten om de uitdaging van het avontuur van het leven aan te gaan.’