In mei delen we traditiegetrouw herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog door de verhalen uit die tijd te blijven vertellen zodat die niet worden vergeten. Ik denk terug aan de oorlogsverhalen van mijn familie, aan dat van mijn tante Toos Roumen (1915-1985).
De dreiging dat Roermond aan het einde van de oorlog moet worden ontruimd, hangt al langer in de lucht. De stad is in de frontlinie komen te liggen en is niet meer veilig. De nog aanwezige bevolking, zo’n vijftienduizend mensen, zal vanaf zondag 21 januari 1945 naar de drie noordelijke provincies worden geëvacueerd. De Roermondenaren zullen te voet naar Brüggen lopen waar ze per trein naar het noorden zullen worden vervoerd. De uittocht uit de stad vindt plaats onder erbarmelijke omstandigheden. Het sneeuwt, er is een harde wind en strenge vorst. De evacués vertrekken in groepjes naar een centrale verzamelplaats en lopen dan naar het oosten, richting Duitsland. Op woensdag 24 januari lopen Toos en haar zus Corry in colonne tussen andere evacués naar Brüggen. Tijdens de voettocht dragen ze hun bagage of wordt hun tas op een slee voortgetrokken. De oudere mensen en kleine kinderen reizen op karren of wagens.
De zussen zijn aan de barre tocht begonnen. Duitse soldaten escorteren de evacués, helpen met het trekken van de karren en de sleeën vol bagage. De weinige spullen die ze meenemen, kunnen daarop. Gehinderd door modder en sneeuw komen de evacués moeizaam vooruit. Brüggen wordt diezelfde avond bereikt, het is een dorp met tweeduizend inwoners. De evacués worden tijdelijk ondergebracht in een voormalige gresbuizenfabriek – eerder gebruikt als een Russisch krijgsgevangenkamp, nu een doorgangskamp voor de evacués uit Limburg. De fabriek is overvol. Er is ruimte voor tweeduizend personen, maar er zijn er wel achtduizend. Mensen worden ziek door de slechte hygiënische omstandigheden, dysenterie breekt uit – een zware vorm van diarree. Niemand weet wanneer ze zullen vertrekken.
Toos herinnert zich het verblijf in de gresbuizenfabriek en schrijft hierover in haar dagboek: ‘We worden in een fabriek ondergebracht en moeten op stro slapen. De familie Bernards is er al, maar vader en moeder nog niet. Het is nu al dinsdag 30 januari en zij zijn er nog steeds niet. Er zijn al families naar Leeuwarden vertrokken. Alle mensen vertrekken en wij moeten steeds maar achterblijven in deze vreselijke bende. Want zoiets hebben we nog nooit meegemaakt. Al langer dan een week hebben we geen middageten gehad. Als we geen brood hadden gekregen van onze neef Bèr Helgers uit Maasniel dan zouden we echt honger hebben geleden. En als het nog lang duurt, komen we ook onder het ongedierte te zitten. Gisteren zijn kennissen aangekomen. Die vertrekken vandaag ook weer naar het noorden, en wij zullen wel weer hier moeten blijven. Vreselijk! Mijn zus Corry en ik worden er allebei nog ziek van.’
Tussen 22 januari en 23 februari vertrekken naar schatting zestien treinen vanuit Brüggen naar het noorden van Nederland. Soms bieden die enig comfort, meestal echter zijn het veewagons. Het is niet duidelijk wie wanneer vertrekt. Sommigen mogen kiezen, anderen worden gewoon in een trein gestopt. De treinen zitten zo vol dat iedereen moet staan, ook zwangere vrouwen en bejaarden. Naast gebrek aan zitplaatsen op die lange reis, zijn honger, dorst en kou grote vijanden.
Vanuit Brüggen gaat de reis stapvoets door Duitsland. Regelmatig wordt er gestopt, meestal om te voorkomen door geallieerden beschoten te worden. De piloten weten niet dat er in de treinen Nederlandse evacués zitten.
Ook voor ouderen is de reis een hel. Een aantal van hen sterft tijdens de barre en dagenlange treinreis. Tijdens pauzes moeten de mensen meestal in de trein blijven en zich zien te redden met het eten en drinken dat ze bij zich hebben. Wagons zijn onverwarmd. Het dunne laagje stro op de vloer helpt niet om warm te blijven, bevriezingsverschijnselen treden op. Kinderen en baby’s overleven de reis niet. Kinderen vriezen dood evenals ledematen van volwassenen.
Er is een tussenstop in Zwolle. Begaan met het lot van de evacués delen de Zwollenaren brood, kaas, soep en melk uit. De evacués zijn blij met dit warme onthaal. Via Zwolle rijden de treinen naar de eindbestemming in het noorden.
Toos deelt haar boosheid en frustratie over de treinreis en schrijft: ‘Op vrijdag 2 februari gaan we naar de trein. Die vertrekt ’s morgens rond half negen. In beestenwagens worden we vervoerd. Verschrikkelijk! Om ongeveer twaalf uur komen we aan in Krefeld. Daar moeten we in een bunker gaan zitten. Van een soldaat krijgen we twee Duitse marken waarmee we soep en koffie kunnen kopen. Voordat we ’s avonds weer naar de trein gaan, krijgen we ook weer soep. ‘Nur für holländische Flüchtlinge,’ roepen de moffen. Stel je voor: net of wij vrijwillig gevlucht zijn. Enfin, om ongeveer zes uur ’s avonds gaat de reis weer verder door het Moffenland. Na in Wesel ongeveer acht uur stil te hebben gestaan, gaan we verder en komen in Coesfeld aan. Daar moeten we weer een dag doorbrengen.’
Ook al is men doodmoe, iedereen is opgelucht na drie dagen en drie nachten in Leeuwarden aan te komen, weer behoorlijk te kunnen eten en vooruitzicht op onderdak te hebben. Toos schrijft: ‘Op maandagmorgen 5 februari komen we aan in Leeuwarden. Aan de marteling is nu een einde gekomen. We zijn allemaal geradbraakt. Van de trein gaan we naar hotel De Jong, waar we eerst warme melk krijgen en daarna brood met koffie… Dan gaan we naar ‘De Harmonie’ waar we voor inkwartiering moeten zijn, want we zullen ergens onderdak krijgen. Verschillende mensen benaderen ons. Men schijnt graag jonge vrouwen te hebben. Enfin, eindelijk zijn we toch klaar. Ons nieuwe adres wordt Poppeweg 4. Het adres van vader en moeder is Poppeweg 2. We treffen het gelukkig heel goed. Vader en moeder zijn bij een weduwe in huis. Corry en ik bij jonge mensen met twee kleine kinderen. Willy is drie, Klaasje bijna twee.’
Dit is een fragment uit mijn boek ‘De vrijheid van mijn vader. Een markante familiegeschiedenis in oorlogstijd’, Uitgeverij Van Warven, Kampen 2020. Dit boek vertelt het oorlogsverhaal van mijn vader, zijn zussen en broers. Klik hier voor meer informatie.