Het onderstaande artikel is gepubliceerd in Geloven onderweg, nummer 1, 2015
Begin van het artikel
DE WEG NAAR GELUK: SNELWEG OF WANDELPAD?
Klik hier als je dit artikel als PDF wilt lezen
Door Ton Roumen, theoloog, schrijver en begeleider van retraites
Als ik oudere mensen spreek en hun vraag, hoe het met hen gaat, hoor ik twee soorten antwoorden. Er zijn er die voldaan terugblikken op hun leven, ondanks alle pijn die ze hebben ervaren, en ze zijn ook nog dankbaar voor iedere nieuwe dag. Er zijn echter ook mensen die nog iedere dag met het leven strijden of verbitterd zijn geraakt.
Een weg naar vervreemding of dankbaarheid?
Hoe komt het dat oudere mensen met veel ervaringen van verlies en pijn in hun leven toch dankbaar kunnen zijn? Kennelijk zijn er twee opties. De eerste is er een van vervreemding en zelfontkenning, die je verder van jezelf wegleidt en zelfs naar verbittering en wrok kan voeren. Zo’n leven wordt geleid door emoties als angst en schuld. Het is een manier van leven, waarbij je jezelf ontkent en iedere dag aan het overleven bent. Er is ook een andere weg. Deze brengt je dichter bij jezelf en leidt naar vreugde en dankbaarheid. Op deze weg zorgen mensen goed voor hun eigen ziel en leren ze met mededogen naar zichzelf en de ander te kijken. In zijn boek Oud worden, jong blijven vertelt Deepak Chopra, dat aan mensen die een hoge leeftijd bereikten, gevraagd is wat hun geheim is voor zo’n lang en gezond leven. Men vernam niet de voor de hand liggende antwoorden over eetpatronen, roken en drinken. De ouderen zeiden dat ze hun hoge leeftijd te danken hebben aan hun vermogen los te laten. Zij hebben ervaren dat pijn en verlies bij het leven horen, maar hebben zich daar niet in vastgebeten en zijn niet verbitterd geraakt; ze zijn ontspannen en jeugdig gebleven.
Geluk is dichterbij dan je denkt
De aangehaalde voorbeelden suggereren dat je oud moet worden om gelukkig te zijn. Dan heb je veel levenservaring, ben je flexibel, heb je geleerd te relativeren en overbodige ballast los te laten. Het lijkt dus of de weg naar geluk lang is en vaak ervaren we ook dat onze dagelijkse zorgen hindernissen opwerpen op de weg naar geluk. Het leven is dan als een springprocessie: je zet drie stappen voorwaarts en weer twee terug. Per saldo kom je wel een stap vooruit, maar je kunt toch het gevoel hebben, dat je maar moeilijk bevrijd raakt van je problemen. Het bekende bijbelse verhaal van de verloren zoon suggereert ook al dat de weg naar geluk lang is. Dit verhaal laat zien dat geluk pas gevonden wordt na vele omzwervingen. In deze parabel vertrekt de jongste zoon naar een ver land vanuit het besef dat geluk niet te vinden is in zijn ouderlijk huis. Met zijn vertrek laat hij alle oude waarden in de steek, vastbesloten een nieuwe, betere toekomst tegemoet te gaan. In het andere land treft hem echter slechts tegenspoed en hij keert berooid terug. Hij heeft geld, goed en gezondheid verloren. Hij is van zichzelf vervreemd geraakt. Deze parabel suggereert dat geluk ver van onze vertrouwde omgeving te vinden is. Het beeld van het verlaten van het huis van de vader betekent dat je je belaste ego, je oude leven, loslaat. Dit is de voorwaarde om terug te keren naar jezelf. In dit verhaal wordt daar het beeld van de thuiskomt voor gebruikt.
Dit verhaal laat echter ook weer zien dat je bestemming dichterbij te vinden is dan je denkt. Heeft de verloren zoon dan een onnodige omweg genomen? Hij verlaat het ouderlijk huis, maar achteraf blijkt die vertrouwde plek juist zijn bestemming te zijn. Hij kan echter pas thuiskomen nadat hij onderweg tot een nieuw inzicht is gekomen. Het lukt hem zijn queeste tot een goed einde te brengen en hij vindt zichzelf; hij is het avontuur van het leven aangegaan. Hij is niet op het rechte pad gebleven. Hij heeft de hoogte, breedte en diepte van het leven verkend en heeft dit geheel en al omarmd.
Een snelweg naar geluk?
Heeft Augustinus gelijk als hij zegt dat de ziel te voet reist? Of bestaat er ook een snelweg naar geluk en dus een korte route? De Dzogchen traditie binnen het Tibetaanse boeddhisme stelt dat we in staat zijn de stralende kwaliteiten van ons leven te herkennen, zegt Padmasambhava in zijn boek Naakt zien. Dzogchen gaat ervan uit dat alles al aanwezig is en ook volmaakt, alleen zijn we doorgaans niet in staat deze staat van zijn vanuit een puur en helder gewaarzijn waar te nemen. Gewoonlijk laten we ons volledig meenemen door beelden en projecties. Je bouwt je ego op en dat wil zeggen dat vrees, hebzucht en ambitie belangrijk worden en de oorspronkelijke helderheid versluieren. De ontwikkeling van het ego zorgt voor conditioneringen die de basis zijn voor overlevingsstrategieën. Je kunt dit patroon doorbreken door je bewustzijn te openen voor wat zich aandient, gaan ervaren wat er is en leven vanuit je hart. Als je hart zich niet opent, wordt het bewandelen van een spiritueel pad een intellectuele spitsvondigheid die nooit zal uitmonden in een leven waarin we spontaan, natuurlijk en aandachtig aanwezig zijn.
Angst, hebzucht en gehechtheid zijn hindernissen op de weg naar geluk. Maar deze obstakels motiveren tegelijkertijd ook weer op zoek te gaan naar heling en geluk. Je hoeft alleen maar de essentie van je geest te herkennen. Dat gaat langs een weg die kort of lang kan zijn, maar uiteindelijk kom je thuis in de haven van het gelukkige leven, zoals Augustinus zegt. Je hoeft geen ander of beter mens te worden. Je hoeft niet te veranderen. Je hoeft alleen maar te ervaren dat je er al bent. Als iemand het moeilijk heeft, zeggen mensen hem dat het goed zal komen, maar het is in feite al goed. Je kunt je ogen dicht doen en zien of herinneren wie je bent. Dan kun je groeien en jezelf ‘ont-wikkelen’ en alles wat in de weg zit loslaten en van je af laten vallen. Dan herken je de essentie van je geest, die er een is van eeuwigdurend geluk en oneindige vreugde. Dat is niet een staat van zijn buiten jezelf, iets groots. Hij is ook niet wezensvreemd, maar leeft in jezelf. Het is een natuurlijke en ontspannen manier van zijn. Het proces van herkenning begint als een zaadje dat kan ontkiemen, groeien en zich kan laten zien. Hoe kun je de aard van je eigen geest herkennen? Hoe kun je het zaadje in je eigen ziel laten ontkiemen en groeien? Hoe kun je thuiskomen bij jezelf? Daarover gaat mijn nieuwe boek Geluk binnen handbereik. Daarin schets ik een route van loslaten, veranderen, ruimte maken en aandachtig leven. Maar het is bovenal een weg van het hart waarin kwaliteiten als genegenheid, hartelijkheid, mededogen, verzoening en vrede alle ruimte krijgen. De weg naar geluk veronderstelt het definitief openen van je hart zodat onvoorwaardelijke liefde in je leven kan stromen.