De wijkbewoonster met wie ik af en toe thee dronk is gestorven. Ze werd zesentachtig. Haar huis stond vol met spulletjes. Het werden er nooit minder, wel meer. Fatsoenshalve heb ik nooit durven vragen waarom ze nooit opruimde. Dat gebeurde al tien jaar niet meer, de periode waarin ze achteruitging. Ze stierf, liet het leven achter zich en een huis vol meubels, boeken en spullen. Dat moet nu worden opgeruimd. De familie kan dat doen.
Voor mij iets om over na te denken en in beweging te komen: ik ben gaan opruimen in mijn eigen huis. Niet dat mijn dood nadert, maar als ik niet periodiek opruim, spullen wegdoe, weggeef of verkoop, raakt het huis steeds voller en zit mijn familie er ooit, na mijn dood, mee opgescheept. Laat ik voorsorteren op de dood en opruimen zien als een oefening in stervenskunst, in levenskunst ook. Een oefening in onthechting. Een bevrijding van ballast door ruimte te maken in huis – in mezelf vooral.
Vaker reflecteren op de dood en erover praten is ook de boodschap van Sire die vorige week gestart is met een publiekscampagne over de dood. Ruim één op de drie mensen praat er nooit over. Kennelijk is zo’n gesprek niet doodgewoon, maar een taboe. Hoe is het om vroegtijdig, als de dood nog niet aan je deur klopt, stil te staan bij je eindigheid? We ontdekken wat écht belangrijk is in het leven en versterken onze verbondenheid met elkaar. Meestal gaat het niet om de ontdekking dat je over meer materiële rijkdom wil beschikken of harder wil werken. Nee, het zal eerder gaan over niet materiële waarden zoals liefde en verbondenheid.
Hoe is het om vroegtijdig, als de dood nog niet aan je deur klopt, stil te staan bij je eindigheid?
We kunnen reflecteren op onze dood en het er met anderen over hebben. We kunnen het idee van doodgaan toelaten en nagaan wat dit voor ons betekent. Misschien vinden we die gedachte beangstigend. Maar net zo goed kan het relativeren of duidelijk maken wat écht belangrijk is. Stel je de therapeutische vraag wat je zult doen als je nog een maand te leven hebt. Deze confronterende vraag zal antwoord geven op de vraag waar je een verbinding mee wilt maken en wat niet belangrijk is en je dus kunt loslaten.
Leven en dood zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Iedere dag sterven er cellen in ons lichaam en iedere dag biedt de gelegenheid te creëren en te genieten van het leven. Reflectie op de dood kan je verzoenen met je eindigheid en je helpen te ontdekken wat voor jou persoonlijk van waarde is en hoe jij je leven kunt omarmen. De paradox is dat wie de dood aanvaardt, het leven in zijn armen sluit. Stervenskunst wordt levenskunst.