In mijn kennissenkring merkte laatst iemand op dat we meer zouden moeten gaan genieten om daarmee het aanwezige leed in ons leven te compenseren. Maar in dat voornemen proefde ik een grote afstand tot het ideaal van genieten, want dat behoort niet tot onze vanzelfsprekende leefwereld. We zouden het wel willen, maar vinden het lastig om het in praktijk te brengen. Het arbeidsethos van hard werken behoort daarentegen veel meer tot onze vanzelfsprekende leefwereld. Maar wat is hard werken? We willen niet lui zijn en zijn bereid af te zien in ons werk of veel uren te maken. Er is echter zowat niemand die ik hoor zeggen dat hij of zij werkt vanuit aandacht en toewijding en ervan geniet. Is dat niet gek?
Afgelopen week luisterde ik naar een podcast van de abdis van het Clarissenklooster in Megen. Het vooroordeel over kloosters is dat men er vooral bidt en niet geniet. Het is maar wat je onder genieten verstaat. Genieten heeft een buitenkant en een binnenkant. De common sense opvatting is dat het een kortstondig genot betreft van vertier, plezier en lol. Maar dat beeld kunnen we maar beter loslaten omdat het een tijdelijk en kortstondig genot is. Vaak jagen we genot na als we iets niet willen zien of voelen en zoeken tijdelijk genot als camouflage of maskering van pijn. Genot is tijdelijk en de aard van de mens is zo dat als zijn kortstondige behoeften bevredigd zijn, hij op zoek gaat naar nieuwe bevrediging. Het zal nooit genoeg zijn en nooit ophouden. Het is niet vervullend.
Echt genieten heeft te maken met aanwezigheid in het hier en nu en stil worden voor wat zich aandient.
Abdis Rebecca Braun uit Megen geeft een andere invulling aan het begrip genieten. De betekenis die zij ziet komt voort uit de contemplatieve kloostertradities. Zij zegt dat écht genieten te maken heeft met aanwezigheid in het hier en nu en stil worden voor wat zich aandient. Dat kunnen mooie ervaringen zijn, maar ook ervaringen van pijn. Genieten wordt verinnerlijkt en is niet langer verbonden met de buitenkant, maar met de binnenkant.
Het lijkt me bepaald een kunst en kunde om al je ervaringen onder te dompelen in stilte, stil te worden en je door je ervaringen – welke dan ook – heen te mediteren. Misschien is dat ook wel een antwoord op de vraag wat zinvol is in je leven: genieten door er gewoon te zijn, te zijn in stilte en de uitdaging aan te gaan om een stille genieter te worden.