Het is zaterdag 2 april en bij het ochtendgloren verzamelen zich in de buurt van Nijmegen in de bossen van de Hatertse en Overasseltse vennen bij de eik van Sint Walrick ruim tweehonderd mensen. Wat brengt hen zo vroeg naar deze plek? In de tijd rond Pasen trekken jaarlijks de leden van de Schola Cantorum Karolus Magnus bij zonsopgang als monniken door de bossen naar een eik en een ruïne van een oude kapel waar ze de litanie van Sint Walrick en andere gregoriaanse liederen zingen.
God heeft het moeilijk in Nederland, het geloof in Hem verdwijnt steeds verder uit onze samenleving en het kerkbezoek daalt fors. Kerken moeten fuseren of zelfs sluiten. Rituelen daarentegen zijn springlevend en er ontstaan nieuwe. Kennelijk hebben we een grote behoefte aan rituelen. Ze bieden de mogelijkheid een ervaring opnieuw te beleven, te voelen en te verwerken. En ze werken ook weer als een bindmiddel tussen mensen en versterken de onderlinge band. Dikwijls zijn ze ontleend aan traditionele kerkelijke rituelen, maar ondergaan een gedaanteverandering. Herdenkingsbijeenkomsten en stille tochten met grote hoeveelheden bloemen, kaarsen en knuffels rond de dood van bekende mensen, maar ook bij rampen of aanslagen zijn hier voorbeelden van. En in de week van Allerzielen herdenkt de KRO de doden van het afgelopen jaar in het programma Ode aan de doden; ook dit is een voorbeeld van een eigentijdse vormgeving van een kerkelijk ritueel.
Ook bij de ruïne van Sint Walrick en een oude eikenboom is de afgelopen jaren een nieuw ritueel ontstaan. Met gregoriaans gezang betuigen zingende monniken eer aan gewijde grond. Kennelijk heeft dit ritueel aantrekkingskracht omdat de grote hoeveelheid aanwezigen deze vrije zaterdag niet hebben gebruikt om uit te slapen maar vroeg op te staan en hier aanwezig te zijn. De koorleden hebben zich in een monnikspij gehuld en op het moment van zonsopgang komen ze in processie zingend aanlopen uit de bossen. De zonsopgang symboliseert de opstanding van Christus en de komst van het licht en de levenskracht van de natuur.
Bij de eik gaan ze in een kring staan en zingen verder om daarna in processie zingend de ruïne in te gaan. Daar zingen ze dat zieken weer genezen zullen worden door de helende kracht van Sint Walrick. Het sonoor klinkend gezang is haast mantraïsch en voert mensen mee. De opkomende zon, de kwinkelerende vogels, de stilte en af en toe ook de onderbreking van die stilte door het geluid van een auto op de doorgaande weg niet ver daarvandaan, zorgen voor een bijzondere sfeer op deze ochtend. Bij het ritueel in de Hatertse en Overasseltse vennen wordt gebruik gemaakt van aloude elementen: een heilige plek, volksverhalen, gregoriaans gezang, natuur, een oude eik, gezondheid, het paasmysterie en genezing. Al deze elementen vormen ingrediënten voor een nieuwe rite, waarin religie, muziek, natuur en gezondheid aan de orde zijn. Het is een rite bij een oude eikenboom. Bomen spelen een belangrijke plaats in religies en mensen komen er vaak samen. De boom symboliseert de relatie tussen hemel en aarde en tussen God en mens. Deze eeuwenoude boom bevat ook een verwijzing naar de levenscyclus en het motief van onsterfelijkheid.
De achtergrond van de rite is een legende, uit het begin van de achtste eeuw, over de wonderbaarlijke genezing van de dochter Heribartha, dochter van roverhoofdman Walrick. De natuurgenezer Willibrord gaf het meisje opdracht haar haarband in de eikenboom naast het huis te hangen en te bidden. Zij zou terstond zijn genezen en Walrick deed afstand van het roversleven. Ook Karel de Grote zou rond het jaar 777 door koorts getroffen zijn. Hem werd verteld hoe koortslijders genezing vonden bij de grote eik op de heide bij Overasselt. De volgende dag, op Goede Vrijdag, zou Karel de Grote er met zijn gevolg naar toe zijn gegaan, de gebruikelijke gebeden hebben verricht en een zijden snoer aan een tak van de eikenboom hebben gebonden. Hij zou genezen zijn teruggekeerd naar het Valkhof in Nijmegen. Uit dankbaarheid liet hij een kapel bouwen ter ere van Sint Willibrord en Sint Walrick. Vanaf de vijftiende eeuw werden hier bedevaarten gehouden. Pelgrims trokken naar de kapel en baden om gevrijwaard te blijven van ziektes die met koorts gepaard gingen.
De eeuwenoude ruïne en eik bieden tegenwoordig ruimte voor een nieuw ritueel. En de verhalen van vroeger inspireren mensen tegenwoordig nog steeds. Tot op de dag van vandaag hangen mensen lapjes van kledingstukken aan deze ‘koortsboom’ ter genezing van een zieke. De vele lapjes die in de boom hangen zijn hiervan de stille getuigen.
RT @tonroumen: God heeft het moeilijk in ons land. Rituelen daarentegen zijn vitaal; er ontstaan nieuwe met traditionele elementen https://…