Ze legt een hand op mijn schouder, nadat ze gevraagd heeft hoe het met mij gaat. Haar gebaar voelt goed. Zo meteen gaat de retraite van start die ik in klooster Huissen verzorg. Dit is de eerste retraite na de winterstop. Ik merk dat ik het spannend vind om weer te beginnen. Een oude twijfel in mij herleeft: gaat het lukken, wordt het een goede dag? Zo’n hand op mijn schouder van een medewerkster van klooster Huissen kan ik op dit moment goed gebruiken en is vertrouwenwekkend. Die neemt mijn twijfel in één keer weg. Alsof er een stroompje door me heen gaat. Dit voelt goed.
Voelen wat er is, is ook een thema van de retraite. Op zoek naar een goed kompas in ons leven. Dat is niet ons verstand. Als je twijfelt of de baan in het onderwijs goed bij je past kun je vier redenen bedenken om het wel en twee om het niet te doen. Met de stand van vier tegen twee zou je eruit kunnen zijn, maar je kunt er toch een slecht gevoel over hebben. Het gevoel is een krachtiger kompas dan de rede. Maar dat ervaren we lang niet altijd zo.
De kunst is om te blijven voelen, dat te verbinden met je inzicht en in gedrag te vertalen. Het begint ermee te letten op signalen van het lichaam. In essentie kun je twee soorten gevoelens ervaren: een aangenaam en een onaangenaam. Die wijzen je de weg. Een aantal retraitedeelnemers omarmt dit inzicht in dankbaarheid.
Aan het einde van de retraite nemen we afscheid van elkaar. Opnieuw handen op schouders en geknuffel. Een herontdekking van het gevoel en van het hart, dat via je lichaam direct kan spreken. Ik kan niet wachten tot de volgende retraite.