Tassen en schriften hangen aan vlaggenstokken als merkbaar teken dat de eindexamens achter de rug zijn en de geslaagden feest kunnen vieren. Vanwege corona was het eindexamen dit jaar een hele klus. Voorbereiding op een eindexamen is dat sowieso altijd, maar nu zeker als er leerachterstand moest worden weggewerkt. Gelukkig zijn er extra mogelijkheden om te herkansen. Eindexamen doen is ook een confrontatie met je zelfvertrouwen. Scholen springen hierop in en instanties zien dit als een gat in de markt en bieden eindexamentrainingen aan in wiskunde, Engels of economie en proberen vooral het zelfvertrouwen van jongeren op te krikken. ‘Geloof in jezelf’, ‘Je kunt het’. Dat is de peptalk die leerlingen krijgen te horen. Of dat werkt is de vraag.
Lang heb ik gedacht dat zelfvertrouwen gebaseerd is op uiterlijk vertoon, op wat je presteert, op wat je hebt en wat je kunt. Maar is dat zo? Krijg je meer zelfvertrouwen als je over veel kwaliteiten beschikt en die toont? Misschien ben je tijdelijk trots of blij en voel jij je heel wat. Maar fundamenteel is zelfvertrouwen niet gebaseerd op wat je hebt. Zelfvertrouwen zit ergens anders. Achter alle twijfel is er diep vanbinnen een weten dat jij de moeite waard bent, dat je goed bent zoals je bent. Zelfvertrouwen vraagt erom jezelf te accepteren zoals je bent vanuit het besef dat jij goed bent. Met die stemming kun je contact maken. In het woord zelfvertrouwen zit het woord trouw en dat laat zien of je trouw bent aan jezelf, aan je eigen aard, aan wie je bent en niet aan wat je hebt.
Zelfvertrouwen is niet gebaseerd op wat je hebt, maar op wie je bent.
Een goede eindexamentraining – of welke training in zelfvertrouwen dan ook – richt zich op twee dimensies: op wat je kunt en op wie je bent, op hebben en op zijn. De boodschap dat jij goed bent zoals je bent is de belangrijkste. De twee hulpwerkwoorden ‘zijn’ en ‘hebben’ vormen immers de pijlers van de mensheid. We kunnen onze relatie met de wereld uitdrukken in termen van bezit en existentie. Enerzijds leren we vaardigheden verwerven en anderzijds zijn wij als personen meer dan dat. Leraren en ouders mogen nooit de klassieke fout maken om kinderen en jongeren in hun existentie af te wijzen. Zij kunnen zeggen dat de spreekbeurt voor verbetering vatbaar is, en zich daarmee beperken tot een oordeel over gedrag. Als ze daarentegen zeggen dat een kind als persoon niet deugt, wijzen ze iemand op zijnsniveau af en beschadigen ze het kind. Leren wat je mogelijkheden en talenten zijn is één kant van de medaille, leren ontdekken wie je bent en vooral op jezelf leren vertrouwen is de andere. Deze twee dimensies zijn treffend verbeeld in de film Être et avoir, een film van regisseur Nicolas Philibert, die vanaf 2002 in de bioscopen en filmhuizen draaide. Dat deze rolprent destijds veel bezoekers trok, lof oogstte en veel prijzen won, kan worden gezien als een bevestiging van het belang van de condition humain in onderwijs en vorming en met name de aandacht voor het zelfvertrouwen van jongeren.
HEBBEN EN ZIJN
Op school stonden ze op het bord geschreven
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn
Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
De ene werkelijkheid de ander schijn.
Hebben is niets, Is oorlog. Is niet leven,
Is van de wereld en haar goden zijn.
Zijn is boven die dingen uit geheven,
vervuld worden van goddelijke pijn.
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken
Is kind worden en naar de sterren kijken
En daarheen langzaam worden opgelicht.
Bewerkt naar Ed. Hoornik
Een prachtig gedicht en duiding van de hulpwerkwoorden hebben en zijn.