Een neuspad van mijn bril was afgebroken. Ja hoor, de opticien kon het herstellen. Simpel, met superlijm. Ik was blij met deze gemakkelijke en goedkope oplossing. Terwijl hij aan het lijmen was vertelde ik trots dat de bril bijna zijn tweede lustrum tegemoet ging. ‘Of ik in al die jaren mijn ogen nog wel eens had laten doormeten. Ze kunnen tenslotte achteruitgegaan zijn’ was zijn reactie. Hij adviseerde een oogmeting iedere twee jaar. Ik zag de bui van een nieuwe en dure bril al hangen.
Oeps, ik begrijp best dat zijn schoorsteen moet roken. Toch wist hij me te verleiden tot een oogmeting. Tien jaar geen oogmeting is inderdaad wat lang. ‘Het zijn tenslotte je ogen, nietwaar. Die gebruik je de hele dag.’ De oogmeting gaf aan dat nieuwe glazen voor meer scherpte en comfort gaan zorgen. Dus er komen nieuwe glazen en doe dan ook gelijk maar een nieuw montuur. Na tien jaar kan je gezicht wel een nieuwe bril gebruiken, toch? En dat is ook wel zo leuk voor mensen die vaak naar mijn gezicht moeten kijken. Mijn huisgenoten voorop. Nu speelde ik de laatste tijd toch al met de gedachte van een nieuwe bril. Maar ik had het nog even willen uitstellen. Nee dus. Ik was om en viel voor een scherp zicht. Knappe verkoper trouwens die opticien. Ik kwam voor de reparatie van een kleine neuspad en ik ga naar buiten met de bestelling voor een nieuwe bril. Je zoekt iets kleins, en krijgt iets wat groter is dan je had verwacht. Zo werkt de opticien. Zo werkt het ook bij mijn retraites.
In mijn retraites komen de mensen voor een neuspad – dat is dan een metafoor dat je voor even uit je drukke leven stapt en rust vindt in het klooster. Maar de deelnemers krijgen meer: een nieuwe bril. In de stilte krijgen ze helder zicht op hun vragen en vooral ook een antwoord. Wat eerst troebel was wordt in de rust en stilte helder. Ook vinden ze nieuwe vitaliteit en levendigheid en komen dichter bij zichzelf.
Net als ik met mijn nieuwe bril, bekijken de retraitedeelnemers de wereld met een nieuwe, heldere en comfortabele blik.