Vakantietijd is verhalentijd. Tijdens de vakantieperiode zal de maandagochtendcolumn telkens uit een inspirerend verhaal bestaan. Vandaag een verhaal dat de waarde van luisteren en het hart als een bron van verbinding laat zien.
Er was eens een meester die met zijn leerlingen in een kleine gemeenschap leefde. De meester was wijs en verlicht, en een voortreffelijk dichter bovendien. De gedichten stroomden uit de stilte van zijn hart, en als hij zijn verzen voordroeg zaten zijn leerlingen om hem heen, met papier en schrijfgerei in hun hand, om zijn woorden op te schrijven.
De leerlingen waren van plan al zijn gedichten ooit in een boek uit te geven. Op een dag echter sloeg een windstoot het raam open van de ruimte waar ze verbleven en blies alle bladen door elkaar. Nu wilden de leerlingen de gedichten in dezelfde volgorde uitbrengen waarin de meester ze in de loop van de tijd had gedeclameerd, maar ze hadden op geen enkel vel papier een datum gezet.
De leerlingen probeerden de bladzijden chronologisch te ordenen, maar niemand kon zich de juiste volgorde herinneren. Uiteindelijk besloot de meester dat de schoonmaker gehaald moest worden. Deze had als taak vloeren te vegen, te stoffen, de tuin te onderhouden en de koeienstal uit te mesten. De leerlingen wisten dat deze man geen opleiding had gehad, dat hij ongeletterd was en bovendien nooit een bijeenkomst van de meester had meegemaakt. Ze begrepen niet waarom de meester hem wilde laten komen en zeiden dat de schoonmaker het probleem toch zeker niet zou kunnen oplossen.
De meester antwoordde: ‘Hij is de enige die we nog niet om hulp hebben gevraagd. Misschien kan hij ons helpen.’ Dus werd de schoonmaker gehaald.
De meester zei tegen hem: ‘De wind heeft alle vellen papier, waarop mijn gedichten staan, door elkaar geblazen. Weet jij de juiste volgorde waarin de gedichten zijn voorgedragen en opgeschreven?
‘Ja, meester,’ zei de man, tot grote verbazing van alle leerlingen.
‘Dat weet ik. Ik kan beginnen met de eerste dag, met uw eerste gedicht. En zo verder gaan tot de laatste dag, met uw laatste gedicht.’
De schoonmaker vroeg de leerlingen om te luisteren en hun papieren in de juiste volgorde te leggen. En toen droeg hij de gedichten voor, van het eerste tot het laatste. Iedereen was stomverbaasd, want de man was bij geen enkele bijeenkomst geweest, dus hoe kon hij dan de gedichten gehoord hebben?
De leerlingen vroegen de meester hoe dit mogelijk was. De meester glimlachte en zei: ‘Jullie moeten het hem zelf vragen.’ Toen ze het hem vroegen, antwoordde deze: ‘Ik werk alleen maar met mijn handen, ik weet dat ik niet kan lezen en schrijven. Ik kan niet bij jullie welopgevoede en geletterde mensen komen zitten. Maar ik voelde dat de woorden van de meester bijzonder waardevol, goed en mooi zijn, en ik wilde geen woord missen. Dus, wat moest ik doen? Hoe moest ik me woorden herinneren die ik niet gehoord had? Ik heb het probleem opgelost door mijn oor in het hart van mijn meester te leggen, precies op de plek waar de woorden ontstaan. En nu is mijn oor in het hart van mijn meester. Als de meester spreekt, ben ik in de bron waaruit zijn woorden opwellen, in zijn hart. Vandaag is mijn oor in het hart van allen. De Heer van het universum woont in het hart van alle wezens. Je kunt de Heer kennen als je diep in je eigen hart verblijft. Als jij de Heer kent, kent de Heer jou, want dan is er maar één kennen, zonder onderscheid. Dit kennen is de Heer in alle dingen.’
Met stijgende verwondering luisterden de leerlingen naar de woorden van de schoonmaker, terwijl de meester onopgemerkt de ruimte verlaten had.
Dit verhaal is onder andere te vinden in: Erick Kaniok, Sleutels tot het hart. Verhalen en parabels uit Oost & West.