Toen ik afgelopen week mijn kledingkast aan het opruimen was, bleek dat er heel wat kleding weg kon. Naar de kringloopwinkel voor een tweede leven en als de kledingstukken écht op waren, heb ik ze weggegooid. Sommige kledingstukken hangen er al ruim twintig jaar. In die tijd werkte ik op een landelijk onderwijsadviesbureau en bezocht vaak scholen. Er golden niet echt kledingvoorschriften, dus die stonden ook niet vermeld in mijn arbeidsovereenkomst, maar het was wel een ongeschreven wet om netjes, met stropdas en colbert, op scholen adviesgesprekken te houden of onderwijstrajecten te begeleiden. Toen een mannelijke collega op een snikhete zomerdag een keer op een school in korte broek verscheen, kon hij zich de dag daarna bij de directeur melden voor een gesprek dat natuurlijk over die korte broek ging.
In de jaren dat ik op het onderwijsbureau werkte, ging een aardig deel van mijn salaris op aan het kopen van kleding. Ik ging ook niet naar de meest goedkope herenmodezaak. Een mooie stropdas kostte 70 euro, een stemmig overhemd 75 euro en een net colbert rond de 300 euro, soms zelfs meer. Mijn kledingkast hing behoorlijk vol. En ik ben niet de enige.
Gemiddeld hebben Nederlanders 173 kledingstukken in de kast
De Nederlandse consument koopt per jaar gemiddeld 46 nieuwe kledingstukken en doet er ook weer 40 weg. Gemiddeld hebben we – schrik niet van de getallen – 173 stukken in de kast, blijkt uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam. Daarvan liggen zeker 50 stuks al langer dan een jaar ongebruikt in de kast. Het is tijd voor een kledingdieet, vindt ook Milieu Centraal. De mode-industrie blijkt, na de olie-industrie, de grootste vervuiler van de wereld. Naar schatting is textiel verantwoordelijk voor tien procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Als iedere Nederlander drie kledingstukken minder koopt, scheelt dat 950 kiloton CO2. Minderen is niet alleen goed voor het milieu, ook voor jezelf: het heeft als voordeel dat je de druk van de ketel haalt: je leven wordt comfortabeler en eenvoudiger en je houdt ook nog meer geld over.
Als je eenvoudiger gaat leven, haal je de druk weg van het heilige moeten. Als je gaat bezuinigen op je spullen wordt het leven eenvoudiger en rustiger. Less is more betekent paradoxaal gesproken dat je gelukkiger wordt. Ontspullen maakt gelukkig. Dat geldt ook voor mij nu de meeste colberts en pantalons een andere bestemming hebben gekregen en de rest van de garderobe behoorlijk is gedecimeerd.