Dat we moeten leven met corona heeft ook voordelen. Uit onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat moeders meer en langer borstvoeding geven. Door het thuiswerken is het geven van borstvoeding gemakkelijker te organiseren dan wanneer er woon-werkverkeer is en je op een kantoor werkt. Thuis is het doorgaans rustiger dan op het werk. En borstvoeding kost nu eenmaal veel energie en de rust van thuis helpt te herstellen.
Het in alle rust borstvoeding geven bevordert het contact tussen moeder en kind weten we van psychiater John Bowlby (1907-1990). Als jonge kinderen een liefdevolle relatie met hun primaire verzorger ontwikkelen dan kunnen ze veilig opgroeien en zich in sociaal en emotioneel opzicht goed ontwikkelen. Het niet veilig gehecht zijn daarentegen kan leiden tot leerproblemen, problemen met eigenwaarde en moeite hebben met het aangaan van relaties.
De visie van Bowlby is tot stand gekomen op basis van zijn eigen ervaring. Hij werd opgevoed door een kinderjuffrouw en zag zijn ouders zelden. Volgens de opvattingen in die tijd zouden ouders hun kinderen toch maar te veel verwennen. Toen hij bijna vier was, verliet de kinderjuffrouw de familie. Hij heeft dat als een groot verlies ervaren, alsof hij zijn moeder verloor. Op zijn zevende werd hij naar een kostschool gestuurd. Later schreef hij dat hij ‘niet eens een hond naar een kostschool zou sturen op die leeftijd’.
Hechting kan dus behoorlijk onder druk komen te staan. Daar zijn genoeg voorbeelden van. Toen in 1989 de Roemeense dictator Ceauşescu ten val kwam, ontdekte men weeshuizen vol met kinderen die verwaarloosd waren en geen liefde en aandacht kregen, wat een verstoorde emotionele en sociale ontwikkeling tot gevolg had. De kinderen uit die Roemeense weeshuizen kampten later met stoornissen en waren angstig.
Ga maar na wat een schouderklopje, een arm om je heen of een knuffel met je doet.
Dat een liefdevolle relatie met (jonge) kinderen belangrijk is, is zichtbaar in de werking van hormonen. Kinderen die in hun eerste levensjaren geen aandacht en liefde krijgen, maken minder knuffelhormonen – oxytocine en vasopressine – aan. Die zijn belangrijk voor het vormen van een emotionele band met anderen en het vermogen om anderen te vertrouwen. Ook op latere leeftijd blijven knuffelhormonen belangrijk.
Ga maar na wat een schouderklopje, een arm om je heen of een knuffel met je doet. Zo’n aanraking helpt je te ontspannen en je goed te voelen. Ze bevestigt jou in wie je bent. Dat kan overigens mét en zónder borstvoeding. Als je geen borstvoeding kunt geven of vroeger niet hebt gehad, is er altijd de mogelijkheid om alsnog gekoesterd te worden. Als in september de anderhalve meter maatregel verdwijnt, komt de mogelijkheid van knuffelen weer dichterbij en kunnen we een inhaalslag maken voor wat we tekortgekomen zijn door corona of de kindertijd.