De afgelopen tijd zijn we meer gaan roken, bewegen we minder en is het aantal mensen met overgewicht gestegen. Die cijfers komen van het RIVM, het instituut dat vooral geassocieerd wordt met het coronavirus, maar zich sinds jaar en dag over van alles en nog wat buigt wat met de volksgezondheid te maken heeft. Dat we in de coronatijd ongezonder zijn gaan leven, heeft er misschien wel mee te maken dat we ons minder goed voelen. De donkere dagen voor kerst helpen ook niet echt.
Het CBS becijferde dat negen procent van de bevolking boven de vijftien jaar zich regelmatig zeer eenzaam voelt. En ook nu maakt corona dat er niet beter op. Studenten zitten veel thuis en ervaren stemmingsklachten, verminderde motivatie, concentratieproblemen en gebrek aan een dagelijkse structuur. Ze tobben over hun onzekere toekomstperspectief. Ook ouderen zijn eenzaam en missen hun bezoek, zeker als ze sterven. We horen schrijnende verhalen over ouderen die in het uur van hun sterven alleen zijn, zonder naaste familie om zich heen.
Mensen zijn sociale wezens en zouden toch op de liefde van hun naasten moeten kunnen rekenen als dat nodig is. Maar die vanzelfsprekendheid is er in deze tijd helaas niet. Noodgedwongen zijn we veel thuis, kunnen geen bezoek ontvangen en worden op onszelf teruggeworpen. Met alle gevolgen van dien: we worden somber. Hoe lossen we dat op?
Wat er in je leven gebeurt kun je vaak niet veranderen, wel hoe jij erop reageert.
Als we alleenstaanden bezoeken kunnen we tijdelijk verlichting bieden, maar hun existentiële gevoel van eenzaamheid niet oplossen. Dat kunnen zij alleen zelf. Wat er in je leven gebeurt kun je vaak niet veranderen, wel hoe jij erop reageert. Dat geldt ook voor eenzaamheid. Het vraagt niet om verzet ertegen, wel om acceptatie en zelfliefde. Je eenzaamheid omarmen is jezelf omarmen. Maar dat is nou net het punt. Corona confronteert ons met ons onvermogen het met onszelf uit te houden.
Het antwoord op de vraag hoe je het met jezelf uithoudt, ligt in onze houding om niet alleen geestelijk maar ook fysiek fit te blijven. Wat we nodig hebben is de houding van een asceet. Het woord komt van het Griekse askètes. In het oude Griekenland trainden atleten om het lichaam gezond te houden. Zijdelings ging het om de aandacht voor een gezonde geest. Dat laatste heeft steeds meer de nadruk gekregen. Iemand wordt een asceet genoemd als hij serieus oefent om levenskunstenaar te worden en daarbij toevallig ook aandacht schenkt aan het lichaam. Maar lichaam én geest zijn gelijkwaardig en één: de ware asceet oefent beide.
Of het nou de sportschool, de wandeling of de yoga is, lichamelijke oefeningen zullen helpen, betoogde filosoof Ron Welters laatst in de Volkskrant. Ze helpen ons niet te vervallen in somberheid maar in contact te zijn met het lichaam en fit te blijven. Training van de geest zal helpen om het uit te houden met jezelf door al je gedachten over jezelf en het leven te zien als illusies en daar niet aan te hechten. Het getuigt van levenskunst om eenzaamheid en somberheid te accepteren, te omarmen en te ontdekken dat die niet het laatste woord hebben. Daarachter schuilt de bron van leven. Dat inzicht zal helpen, zeker als Kerstmis dit jaar noodgedwongen in kleine kring moet worden gevierd.