Wie te vaak lummelt wordt een lapzwans of luiwammes. Dat willen we toch niet. Lanterfanten is bovendien maatschappelijk niet aanvaard. Maar het heeft wel behoorlijk wat voordelen, want je gunt jezelf een moment van ontspanning als correctie op een druk en gestrest leven. En het bevordert ook weer je welzijn en je creatieve geest.
Neurobioloog en mindfulness-expert Dan Siegel en neurowetenschapper David Rock vroegen zich af welke ingrediënten nodig zijn om je lichamelijke en geestelijke gezondheid te optimaliseren. Zij ontwikkelden een welzijnsbevorderend programma dat uit 7 ingrediënten bestaat. Hun programma is een antwoord op een vluchtig leven zonder focus en aandacht. Het is ook een antwoord op een leven waarin we overstelpt worden met informatie en waar veel druk is om te presteren en te excelleren.
Het weinig originele, maar wel zinvolle, antwoord van de twee Amerikanen is een leven in balans. Naast activiteit is er ruimte voor passiviteit en ontvankelijkheid. De activiteiten bestaan uit: doelgerichte of gefocuste actie, fysieke beweging, sociale en collegiale contacten en tijd voor spel. De passieve en ontvankelijke ingrediënten zijn: slapen, time in (mindfulness, meditatie) en downtime – lummelen.
Vaker lummelen dus. Wat er gebeurt is dat jij je verbindt met het oneindige veld, waar alle informatie en creativiteit aanwezig is. In plaats van te ploeteren of je best te doen, maak je ruimte en stel je je open voor dit eeuwige veld. Componisten bijvoorbeeld ervaren dat alle muziek er al is, ze hoeven niet te zwoegen voor een compositie. Door zich ervoor open te stellen komt de muziek als vanzelf – zij raken geïnspireerd. Wonderlijk: je doet niets en toch raak je geïnspireerd, waardoor je ook weer presteert.
De evenwichtige mix van ingrediënten is een eigentijds voertuig naar een gezond en geheeld leven. Dat voertuig is overigens al eeuwenoud. Het benedictijnse kloosterleven is samen te vatten als een balans tussen een meditatief en actief leven – ora et labora. Er is dus niets nieuws onder de zon, maar het kan beslist geen kwaad oude formules te actualiseren en te verbreden zodat deze de moderne mens aanspreken, zeker als het gaat om zoiets belangrijks als welzijnsbevordering.