‘Alsof het kloosterritme me heeft gedragen en voor een gevoel van rust heeft gezorgd tijdens deze retraite.’ Zo blikte een deelnemer terug op een retraiteweek in klooster Huissen. De ervaring gedragen te worden door het kloosterritme compenseert iets wat in het leven vaak ontbreekt.
Kennelijk is het volgen van persoonlijke en collectieve ritmes niet meer vanzelfsprekend tegenwoordig. In onze moderne samenleving zijn we het gevoel voor ritmes kwijtgeraakt, zegt filosofe en denkster des Vaderlands Marli Huijer. We volgen geen ritmes meer. Is er nog tijd om drie keer per dag samen te eten? En drinken we rond tien uur ’s morgens en drie uur ’s middags gezamenlijk nog koffie of thee? Wie begint de dag met een bezinnend moment? Wie sluit de dag af met een ritueel? Blijft je werk onaangeroerd in het weekeinde? We zijn ritmes en rituelen kwijtgeraakt, terwijl die juist zo heilzaam zijn.
Het ontbreken ervan heeft ermee te maken dat we in een tijd leven waarin we al snel vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week werken. Ook het gebruik van de sociale media zorgt ervoor dat de grenzen tussen werk en vrije tijd vloeiend geworden zijn. De onderwijzer van vijftig jaar geleden was op woensdagmiddag vrij. En bij de introductie van de vrije zaterdag, ook zo’n halve eeuw geleden, koesterde een groot deel van Nederland dit vrije weekeinde en werd er liefst niet gewerkt. En je werd hier ook niet toe verleid, omdat internet nog niet bestond. En dat is nu bepaald anders.
We gaan naar het klooster voor bezinning en rust en ontdekken hoe heilzaam het kloosterritme is. Wat is het geheim? Het simpele antwoord is dat in kloosters het bewustzijn aanwezig is dat ritmes ons kunnen helpen en er zijn veel soorten ritmes. Ga maar na. Er is het ritme van dag en nacht en van de seizoenen. Ook de adem en de hartslag zijn ritmes. Welbeschouwd is het leven één groot ritme dat zich beweegt tussen de eerste inademing van het nieuwgeboren kind en de stervende die zijn laatste adem uitblaast. Ritme wil ook zeggen dat we ons beurtelings openen en sluiten. Als we de hele dag voor iedereen klaarstaan breekt ons dat vroeg of laat op. Het is ook nodig je af en toe te sluiten om je accu op te laden. Openen en sluiten wil dus zeggen dat we actief bezig zijn afwisselen met periodes voor jezelf. In het klooster is deze afwisseling bekend geworden als ora et labora, bidden en werken.
Het ritme in klooster Huissen bestaat uit drie dagelijkse bezinningsmomenten in de kloosterkapel op vaste tijden. Er is een ochtendgebed, een middagmeditatie en een avondgebed. Ook de maaltijden, op vaste tijden, zijn ritmische ontmoetings- of stiltemomenten, evenals de groepsbijeenkomsten tijdens de retraite waarin gemediteerd wordt. Deze vaste ordening is geen strak keurslijf maar is een ritme dat je draagt.
Het volgen van het kloosterritme stelt je in staat de juiste betrokkenheid op mensen en taken af te wisselen met het nemen van een gezonde afstand of een break. In de perioden dat je werkt, ben je geopend, en toon je betrokkenheid op je taak. En tijdens de meditaties, sluit jij je, en neem je afstand. Zo wordt geoefend in de juiste verhouding tot je werk en je leven: nu eens betrokkenheid tonend dan weer de juiste afstand in acht nemend. Het is een medicijn tegen activisme en de daarmee gepaard gaande onrust en drukte. Het helpt je in het vinden van evenwicht. Het voorkomt ook dat je doorschiet in je werk en daarmee de juiste maat uit het oog verliest.
De ervaring gedragen te worden door een ritme, zoals de retraitedeelnemer kernachtig en treffend verwoordde, is heilzaam omdat dit helpt balans en rust te vinden in je leven.
Het is een mooie les van het klooster die je toe kunt passen in je dagelijks leven.