De maand mei is verbonden met de herdenking en bevrijding van de oorlog. Gegrepen door het oorlogsverhaal van mijn vader, zijn zussen en broers schreef ik het boek ‘De vrijheid van mijn vader’. Hier een fragment eruit.
Op 25 september 1944 wordt het dorp Hunsel in Limburg bevrijd door de Belgische brigade Piron die aan Britse zijde meevecht. Ze willen het gebied onder controle krijgen. Mijn vader Frans, die in Hunsel met zijn broer Jo was ondergedoken, wordt ingezet bij de Interior Military Forces of the Netherlands – de binnenlandse strijdkrachten. Hier wordt de evacuatie geregeld van de burgerbevolking die langs het kanaal Wessem-Nederweert woont. Ook zijn broer Jo verricht administratieve en organisatorische taken. Met die hand- en spandiensten dragen zij hun steentje bij om de evacuatie mee voor te bereiden. Beiden worden ook ingeschakeld als tolk. Met hun mulo-diploma op zak spreken ze Engels en Duits. De Britse soldaten spreken geen Duits.
Net als Jo draagt mijn vader een legeruniform en helm. Op de mouw van het uniform is een patch met de titel interpreter vastgespeld. Als jongeman van negentien loopt hij in een Brits legeruniform en rijdt in een jeep. Hij voelt zich heel wat. Maar als hij schurft krijgt, een besmettelijke ziekte, voelt hij zich minder prettig. Hij snapt niet hoe hij besmet is geraakt. De hygiënische omstandigheden zijn goed. De Britten zweren bij hun zwarte teerzalf. Die zal vast helpen. Als dat niet zo blijkt te zijn, moet hij naar het ziekenhuis in Weert. Daar hebben de artsen zalf die wél werkt en na een paar dagen kan hij het ziekenhuis verlaten en is hij weer beschikbaar als tolk. De Engelsen stellen vragen, mijn vader vertaalt die in het Duits en de krijgsgevangenen geven antwoord. Welke verhalen heeft mijn vader niet moeten aanhoren? Hoeveel verhalen? Hoe is dat voor hem geweest? De Britten maken Duitse militairen van verschillende rangen en standen krijgsgevangen. Gehoorzame officieren, sluwe en slechte commandanten. Als de indruk ontstaat dat de Duitsers informatie hebben die levens van Nederlanders of geallieerden kan redden, wordt er extra druk uitgeoefend tijdens de verhoren. Fysiek geweld wordt daarbij niet geschuwd.
Een Duitse krijgsgevangene wordt binnengebracht in de verhoorruimte. Daar zijn twee Britse soldaten en twee stevige boerenzonen uit het dorp Hunsel, ook ingelijfd bij het Britse tweede leger. Bij binnenkomst brengt de Duitser de Hitlergroet. Dat gebaar valt verkeerd. Een van de jongemannen geeft de gevangene een harde klap tegen het hoofd met de kolf van zijn geweer. Hij valt bewusteloos neer. Alsof vier jaar oorlogsfrustratie zich in één keer in dat agressieve gebaar ontlaadt.
Niet alles wat hij meemaakt is spannend. Een groot deel van de tijd wordt gevuld met saaie administratie. Maar er is ook tijd voor ontspanning. ’s Avonds wordt er gekaart: ‘Francis do you want to play card with us,’vragen de Britse soldaten. Dan komen de kaarten tevoorschijn, is er koffie en thee en wordt er een sigaret opgestoken. Men kan enigszins tot rust komen.
Dit fragment is afkomstig uit ‘De vrijheid van mijn vader’ (Uitgeverij Van Warven). Deze maand via deze website te bestellen voor 17,50, zonder dat er portokosten verschuldigd zijn. Klik hier voor meer informatie en mogelijkheid om te bestellen.