In 1954 vertrok een tante van mij naar Groot-Brittannië om daar te gaan wonen en werken. Koningin Elizabeth had toen net de troon bestegen. Inmiddels is mijn tante 93 en woont ze er nog steeds. Zij en zoveel anderen hebben nooit een andere koningin gehad. Na zowat zeventig jaar op de troon te hebben gezeten, is ze nu gestorven. Ze is bijzonder lang staatshoofd geweest en heeft gezorgd voor continuïteit en daarmee voor stabiliteit omdat ze de boel bij elkaar wist te houden, ook al waren er telkens hindernissen zoals het proces van dekolonisatie, de afkalving van de fragiele natie, de tanende invloed als wereldmacht en de familieschandalen. Zij moest een langzame teloorgang van haar land aanzien.
Een koning of koningin staat ergens voor en heeft een welhaast goddelijke status. Haar onderdanen zingen tot God om haar te beschermen – God save the Queen. Een koning staat als archetype voor de eenheid van de natie, heeft gezag, beschermt de onderdanen en geeft – zeker in Groot Brittannië – culturele tradities door. Dat kan allemaal omdat de vorst een royale uitstraling heeft: een koninklijke en overvloedige uitstraling; de uitstraling ook van een operazanger of -zangeres.
Je hoeft niet per se een koning te zijn. Iedereen heeft die royale energie in zich en kan die genereren.
Ik sprak mijn vroegere zangleraar. Hij zong in een vocaal ensemble waarmee hij ooit optrad voor – toen nog – koningin Beatrix. Hij was erg onder de indruk van het strenge protocol waar de leden van het ensemble zich aan moest houden. Onder de indruk van de majesteit was hij ook. Met de ogen van een ervaren zanger keek hij naar de vorstin. Zij had iets van een operazangeres. Haar habitus was er een van zelfbewustzijn en gezag. Ze straalde uit dat ze een vorstin was. Mijn zangleraar trok er destijds al een les uit die hij aan zijn leerlingen doorgaf: wees als zanger of zangeres een vorstin: straal zelfbewustzijn en kundigheid uit, ook al zing je misschien een keer vals.
Je hoeft niet per se een koning(in) te zijn. Iedereen heeft die royale energie in zich en kan die genereren. De koning of keizer staat voor een leven in overvloed. Maar de schaduwkant ligt wel altijd op de loer: schandalen, fouten, afstandelijkheid. Behalve het positieve archetypische beeld van gezag, verbinding en menselijkheid kleeft er ook een negatief archetypische beeld aan de vorst. Ook de vorst leeft in een duale wereld en kan gaan lijden. Niets menselijks is hem of haar vreemd. De vorst is een gewoon mens, en wij gewone mensen kunnen vorstelijke energie van gezag, zelfbewustzijn en overvloed ontwikkelen.