De dagen worden al wat langer, de zon keert terug. Dat is al echt merkbaar. Vergeleken met de kortste dag, is het begin februari ’s morgens al een half uur langer licht en ’s avonds zelfs een uur. Christenen vieren het terugkerende licht met Maria Lichtmis, op 2 februari. Maria brengt Jezus in de openbaarheid en brengt zo het licht in de wereld. Maria Lichtmis is ook het feest van het terugkerende licht. Ook wij als mensen kunnen groeien naar het licht en afscheid nemen van de duisternis in ons leven.
Er zit wel een addertje onder het gras. Bij de oriëntatie op het licht kun je de duisternis niet negeren. Licht is kennelijk niet los verkrijgbaar. Ongevraagd krijg je duisternis – in de vorm van negativiteit en onzuiverheid – erbij cadeau. Het leven kenmerkt zich immers door dualiteit, polariteit. Er is goed en kwaad, mannelijk en vrouwelijk, licht en donker. Ze komen voort uit één, ondeelbare bron. Je kunt de duisternis niet zomaar van je afschudden, vanwege de innige verstrengeling van licht en donker. Wie naar het licht wil groeien, laat dat licht toe en omarmt de duisternis.
Maar wat is licht en wat is duisternis? Is licht alles wat prachtig en prettig is? Is narigheid en ellende hetzelfde als duisternis? Als je zwart-wit denkt loop je vast. Soms wordt ons leven behoorlijk in de war gestuurd. Dat doet de trickster. Vrijwel iedere cultuur kent hem. Het is de aanduiding voor een figuur of een god, die slim, handig en vaardig is in het bedriegen en het in de war schoppen van het leven van mensen. Reinaert de Vos, Tijl Uilenspiegel, Pietje Bell en Broer Konijn zijn bekende voorbeelden. De trickster is verantwoordelijk voor veranderingen die eruit zien als een ramp, maar later toch een vermomde zegen blijken te zijn. Uit onaangename gebeurtenissen kun je altijd een les trekken. Een crisis kan je kracht geven. Maar ook het omgekeerde gebeurt. De poetsenbakker kan ons doen geloven, dat we ons inlaten met iets leuks, terwijl het in werkelijkheid een grote uitdaging blijkt te zijn en onderdeel uitmaakt van een lastige transformatie. Een ramp kan een zegen zijn, een zegen een ramp.
Je bent blij met je zojuist verworven nieuwe kantoorbaan, je ziet veel ontwikkelingskansen en verheugt je op fijne collegiale contacten, maar na enige tijd merk je dat je somber wordt van je nieuwe werk, dat de collegiale contacten tegenvallen en dat het je onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden biedt. De zegen is voor jou een ramp, totdat je ontdekt dat een kantoorbaan niets voor jou is en je besluit voor jezelf te beginnen. Nu kan de ramp een zegen worden.
De trickster bewerkstelligt verwarring en verandert orde in chaos en omgekeerd. Hij bekritiseert en parodieert de rechtlijnige ontwikkeling van duisternis naar licht en breekt dat schema open. Het begrippenpaar ‘licht’ en ‘duisternis’ ruilt de schelm in voor het begrippenpaar ‘zegen’ en ‘ramp’, maar wel met dit verschil dat licht en duisternis van elkaar te onderscheiden zijn, terwijl een zegen een ramp kan inhouden en omgekeerd. Hij laat zien dat er ruimte is voor onverwachte mogelijkheden, hij is de motor achter alle grote veranderingen. Hij is degene die de chaotische gedaanteveranderingen van het bestaan viert als vindplaats van nieuwe groei. Het inzicht dat duisternis vindplaats is van licht biedt zo een verrassende kijk op het leven.