‘Laat het nu maar los!’ Hoe vaak en gemakkelijk wordt dat niet gezegd. Je bent al een jaar bezig met het verwerken van een frustrerende ervaring uit je verleden. Je wil een punt zetten achter de pijn van je ontslag twee maanden geleden, zodat je weer verder kunt. ‘Laat nu maar los’ is dan de mantra die bevrijding moet brengen. Maar hoe laat je los?
Doen alsof het probleem niet bestaat is niet de juiste oplossing omdat het er wel is en ‘ondergronds’ verder kan woekeren. Ermee strijden is evenmin een oplossing omdat je er dan in verstrikt blijft. En je probleem rationaliseren – er bestaan wel ergere dingen, of: je moet er maar het beste van zien te maken – is ook een vorm van ontkenning.
Soms ben je boos op een lastige realiteit en verzet je je ertegen. Begrijpelijk, want je wenst dat je leven er rooskleuriger uitziet. ‘Ik had een betere baan moeten hebben’ of: ‘ik had niet ziek mogen worden.’ Maar zolang je vecht met de realiteit, accepteer je die niet, met als gevolg dat er niets verandert. Beter is het de realiteit te zien zoals deze is. Dit is wat er is.
Er verandert pas iets als jij je eigen realiteit accepteert en zelfs omarmt. Want accepteren en omarmen is wel de oplossing. Je gaat een relatie aan met datgene wat je los wilt laten. Het wordt je partner. In plaats van je moeilijkheden los te koppelen hou je ze bij je en gaat er een relatie mee aan. Alsof je je pijn nog blijft vasthouden om de boodschap die er in besloten ligt te beluisteren en te begrijpen. Accepteer dat deze realiteit nu nog bij je leven hoort, observeer deze met liefdevolle belangstelling en omarm wat er is. Dat kan heel concreet door vanbinnen te glimlachen of ‘hallo’ te zeggen tegen dat wat lastig is en wat je maar moeilijk kunt accepteren.
Door een relatie aan te gaan met je pijn wordt deze zachter. De spanning, de lading gaat eraf. Daarmee geef jij je probleem ruimte. Je geeft jezelf ruimte en zo kun je je pijn vrijgeven. Dat is de simpele en spannende les over loslaten.