Marion is al jarenlang leerkracht op een basisschool. Toen ze in het onderwijs begon, had ze veel plezier in haar werk. Maar de laatste tijd valt het werk haar steeds zwaarder en loopt ze vast. Maar ze vindt ook een weg terug.
Het zijn de bekende redenen waarom het werk is gaan drukken. Zo wordt de lesstof te veel van bovenaf bepaald en is deze onvoldoende kindgericht. Ook gaat er te veel tijd verloren met verslaglegging, leerlingvolgsystemen en vergaderingen. Het wordt Marion allemaal teveel. Haar plezier in het werk is verdwenen en ze is oververmoeid. De huisarts stelt de diagnose burn-out. Nu beseft ze pas echt dat het niet goed met haar gaat. Al langere tijd niet, maar ze heeft er eerst niet aan toe willen geven. Ze voelt het in haar lijf. Ze is onrustig en gespannen. Ze kan zich moeilijk concentreren en heeft weinig eetlust. Ook hyperventileert ze soms en slaapt slecht.
Ze voelt zich somber en wanhopig. Er is geen zelfvertrouwen meer. Ze zoekt professionele hulp. En geleidelijk ontdekt ze iets over zichzelf en komt ze erachter dat ze goed voor anderen kan zorgen. Ze had altijd fijne gesprekken met collega’s en veel aandacht voor de kinderen. Ze had veel zorg voor anderen, maar niet voor zichzelf. Ze zou ook niet weten hoe ze dat zou moeten doen, maar beseft dat dit wel belangrijk is.
Ze ontdekt nog iets. Dat ze erg in haar hoofd zit en daardoor geen contact met haar lichaam heeft. Ze beseft dat het haar kan helpen als ze weer in contact kan komen met haar gevoelens en deze ook kan tonen en dan ook haar grenzen beter kan leren voelen en dus bewaken. Maar voelen vindt ze eng. Ze is bang dat er heftige emoties vrijkomen, die haar gaan overspoelen. En ze is bang controle en regie te verliezen en voelt zich bepaald onveilig.
En dan volgt haar derde ontdekking. Ze voelde zich al sinds haar kindertijd onveilig en heeft te weinig affectieve bevestiging van haar ouders ondervonden. Ze heeft de onveiligheid, de angst en de pijn uit die tijd weggestopt en op slot gezet. Maar daarmee heeft ze ook andere, meer positieve, gevoelens niet toegelaten, evenmin als het besef dat ze haar eigen spoor mag trekken en haar hart mag volgen.
Met professionele hulp ontdekt ze hoe ze haar patroon kan veranderen. Ze hoeft niet meer in haar hoofd te zitten en mag de pijn van vroeger voelen. Ze mag haar eigen spoor trekken en haar hart volgen. Maar het patroon waar je al een half leven in zit, verander je niet in een korte tijd. Dat heeft tijd nodig en er is geduld voor nodig.
Het lukt haar om oude pijn toe te laten, te doorleven en te verwerken. Ze durft weer in haar lichaam te zijn en te gaan voelen. Zo komt ze in contact met zichzelf en krijgt weer zelfvertrouwen. Ze leert naar haar eigen stem te luisteren. En ze weet dat ze mag vertrouwen op haar innerlijk weten en voelen. Belangrijke beslissingen neemt ze voortaan vanuit haar hart.
Op de weg die Marion heeft afgelegd, en nog steeds aflegt, is leren voelen een sleutel gebleken. En dat heeft haar geholpen zelfvertrouwen te vinden. Misschien is ze nu pas opgestaan en kan haar weg nu echt beginnen. Dat is een mooie paasboodschap want Pasen betekent dat het leven in jou kan worden gewekt. En daarvoor is zelfvertrouwen nodig, vertrouwen dat het leven in jou kan worden gewekt en gaat stromen.
En als Pasen betekent dat het leven gewekt kan worden en zelfvertrouwen kan worden herwonnen, dan kan het iedere dag Pasen zijn.
De naam Marion is om privacyredenen gefingeerd.
RT @tonroumen: Als je leven of werk gaan drukken en je je zelfvertrouwen verliest, kunnen gevoel en lichaam helende wegwijzers zijn https:/…