‘Volg je gevoel,’ wordt er tegen je gezegd als je met een levensvraag worstelt, zoals de keuze voor een studie of als je twijfelt over de relatie met je partner. Maar het is nog niet zo gemakkelijk naar je gevoel te luisteren. Toch kun je er contact mee leren maken.
Net zoals ons lichaam voor ongeveer zeventig procent uit water bestaat, bestaat het voor een groot deel uit gevoelens. We doen onszelf behoorlijk tekort als we die emoties negeren, omdat we ons dan afsnijden van een wezenlijk deel van onszelf en daarmee van onze vitale levensenergie. Maar kunnen we wel goed omgaan met emoties? We zijn verdrietig als prins Johan Friso in coma raakt na een skiongeluk en later overlijdt. We zijn blij als Nederlandse sporters goed presteren en medailles halen op internationale wedstrijden. We zijn boos op de moordenaars van Pim Fortuyn en Theo van Gogh. We zijn verdrietig en verbijsterd als een vader zijn kinderen doodt. We zijn verontwaardigd over de oorlogen en conflicten in de wereld en treuren over de doden. Tijdens de dodenherdenking op vier mei maken we contact met het collectieve verdriet, dat er nog altijd is. We laten ons inspireren door de Dalai Lama die ons toewenst mededogen, vriendelijkheid en compassie te realiseren in ons leven.
Maar eigenlijk vinden we het ook lastig met emoties om te gaan. De algemene opinie is nog steeds dat mannen niet mogen huilen en dat je je tranen niet teveel moet tonen. Als het gaat over heftigere emoties, spreken we van onderbuikgevoelens en dat heeft bepaald een negatieve connotatie, alsof die er niet mogen zijn. In feite is er angst voor heftige emoties, omdat deze kunnen afschrikken. We zijn bang dat angst, verdriet, seksualiteit en woede als een tsunami over ons heen komen en dat ze ons verwarren waardoor we de controle erover verliezen. Emoties zijn dan lastige bewoners van onze ziel. En daarom hebben we bedacht dat de ratio passies moet kunnen beteugelen. Het verstand is de aangewezen instantie om emoties onder controle te houden.
Maar emoties zijn ook constructief. Er kunnen wel ervaringen zijn die niet plezierig zijn, maar toch heilzaam, zegt de Dalai Lama in zijn boek Vrij van religie. Gevoelens van verdriet bijvoorbeeld zijn constructief. Ze helpen verdriet te verwerken, zodat we verder kunnen met ons leven. Maar dat veronderstelt wel dat we in contact zijn met onze gevoelens. Dat is vaak niet altijd het geval. In vergelijking met het verstand is het gevoelsleven achtergebleven in de ontwikkeling. De wortels liggen al in de vroege jeugd. Vaak zijn kinderen te weinig aangeraakt en hebben te weinig intimiteit en tederheid ondervonden. Ze ervaren dan een gemis van ouderlijke liefde omdat ze affectief verwaarloosd zijn. Hoe kun je dit herstellen?
Het in contact leren komen met je gevoelens is het onderwerp van de haptonomie. Het helpt je vitale levensenergie te laten stromen en een leven in liefde dichterbij te brengen. Het merkbare effect van een haptonomische benadering bestaat eruit dat mensen lekkerder in hun vel zitten, zich zekerder voelen, zelfbewuster en gemakkelijker met anderen omgaan.
Grondlegger van de haptonomie is Frans Veldman (1921-2010). Zijn benadering is bij het grote publiek in de jaren tachtig bekend geworden door de haptotherapeut Ted Troost die bekende topsporters succesvol behandelde. Hij leerde hen hoe ze meer uit hun lichaam konden halen door naar de signalen ervan te luisteren, door te leren voelen. Hij begeleidde bijvoorbeeld Yvonne van Gennip. Zij was een bijzonder succesvolle schaatsster die tijdens de Olympische Winterspelen van 1988 in Calgary drie gouden medailles won.
Yvonne van Gennip vertelt dat Troost haar heeft leren voelen, misschien op een wat onorthodoxe wijze. In het boek Het lichaam liegt nooit beschrijft zij dat hij op enig moment aan haar begon te trekken en te duwen. Dat was pijnlijk. In het begin gaf ze geen krimp. Ze was een flinke meid, want ze had geleerd dat ze pijn niet mocht laten merken. Ze wilde en durfde haar emoties niet te tonen en kropte haar gevoel liever op, zo was ze opgevoed. De haptotherapeut bleef doorgaan en dat deed steeds meer pijn. Op een gegeven moment hield ze het niet meer uit en begon ze tegen hem te schelden. Ze had naar haar gevoel geluisterd en haar grenzen aangegeven. Dat was wat hij wilde horen. ‘Als je aangeeft: tot hier en niet verder, dan weet je ook hoe je met andere mensen moet omgaan,’ zei hij.
Haptonomie leert je jouw gevoel, maar ook je pijn te voelen en te accepteren. Het leert je om je niet terug te trekken en te verkrampen, maar juist naar de pijn toe te gaan. Dat is wat je bij een tandarts kunt doen: voelen wat er is, rustig door blijven ademen en ontspannen. Als je naar die pijn toegaat, jezelf losmaakt en ontspant, dan zal de pijn wegvloeien
Het goedbedoelde advies om te gaan voelen veronderstelt dus contact met je emoties. Zo worden angst, boosheid, verdriet en vreugde je partners en zijn ze niet langer je vijanden. Je hebt er dan een relatie mee gelegd en kunt deze ‘vrienden’ omarmen. Met vreugde is dat misschien nog wel gemakkelijk. Maar juist boosheid, verdriet en angst vragen om gezien en vooral dus gevoeld te worden. We noemen ze niet voor niets gevoelens. Gevoelens vragen erom gevoeld te worden en ze vragen bovendien om te worden gekoesterd. Als je dat doet, worden gevoelens zachter, kan angst veranderen in liefde en ben je in contact met je vitale levensenergie.
RT @tonroumen: Als je je gevoel niet toelaat, ben je afgesneden van een belangrijk deel van jezelf. Hoe belangrijk is gevoel? http://t.co/…