Waarom is hard werken toch zo’n algemene norm en horen we deze mantra zo vaak? De noodzaak van hard werken zit kennelijk diep in onze genen. Er bestaat een standaard van 8 uur werken per dag, zo’n 40 uur per week. Maar mensen beweren vaak dapper 50, 60 of zelfs 70 uur per week te werken. Moet je daar nu echt zo trots op zijn en is het wel nodig? De keerzijde is immers dat hard werken voor veel stress zorgt en in het uiterste geval tot overspannenheid of een burn-out leidt. Kan het ook anders?
De econoom Keynes (1883-1946) voorspelde een toekomst waarin we minder hard zouden hoeven te werken. Door de automatisering en robotisering van de samenleving dacht hij dat enorme efficiëntiewinst mogelijk zou zijn en hij voorspelde dat we rond het jaar 2030 in overvloed zouden leven. We zouden nog maar 15 uur per week hoeven te werken en de vrije tijd zou kunnen worden besteed aan kunst en cultuur. Joke Smit, die aan de basis stond van de tweede feministische golf, zag ongeveer 50 jaar geleden ook al veel redenen voor een 5 urige werkdag. Daar zouden vrouwen, mannen en kinderen van profiteren. Vrouwen zou het onafhankelijker maken, zorgtaken zouden beter worden verdeeld en kinderen zouden evenwichtiger opgroeien.
Van Charles Dickens, Charles Darwin en Thomas Mann is bekend dat ze slechts 4 uur per dag werkten. Dat schrijft Soojung-Kim Pang in zijn boek Rust in uitvoering, meer voor elkaar krijgen door minder te werken. Charles Darwin begon na zijn ontbijt en een korte wandeling om 8 uur met zijn werkdag. Tot half 10 was hij op zijn kantoor in Down House ten zuiden van Londen om te schrijven. Daarna nam hij een uur pauze. Van half 11 tot de lunch werkte hij nog eens anderhalf uur. Dan ging hij weer wandelen of liet zich voorlezen. Vanaf 4 uur ’s middags werkte hij dan nog eens anderhalf uur. Darwin werd 73 jaar en schreef in die tijd 19 boeken, waaronder On the Origin of Species – een van de meest invloedrijke wetenschappelijke werken.
Het is dus maar net de vraag of lange werkdagen ook effectief en nuttig zijn. Stanford econoom John Pencavel ontdekte dat de arbeiders in een Britse kogelfabriek tijdens de Eerste Wereldoorlog in werkweken van 70 uur evenveel kogels produceerden als in werkweken van 56 uur. Ook blijkt dat wetenschappers die 35 uur per week onderzoek deden minder productief waren dan collega’s die met 20 uur per week volstonden. Het minst productief waren de wetenschappers die 60 uur per week werkten. Langer werken leidt niet noodzakelijk tot een beter resultaat.
Omgekeerd geldt wel dat we door minder te doen meer kunnen bereiken. Daar heeft Keynes een eeuw geleden al over nagedacht. Waar hij toen dacht dat efficiëntiewinst vooral te behalen viel door automatisering bestaat er tegenwoordig het inzicht dat we met meer focus en aandacht en het slim benutten van de in het universum aanwezige levenskracht, via meditatieve technieken, meer kunnen bereiken. De ervaring van hard werken wordt dan getransformeerd in werken met liefdevolle aandacht.