De Verenigde Naties hebben 21 juni uitgeroepen tot internationale yogadag. Daarom werden afgelopen dinsdag wereldwijd allerlei yoga activiteiten georganiseerd. Weliswaar ligt de bakermat van yoga in India, maar het is inmiddels ook populair geworden in het Westen en deze internationale dag bevestigt het belang en de zinvolheid ervan. Yoga is inmiddels gewoon geworden en onderdeel van ons leven.
In Nederland is de belangstelling voor yoga na de Tweede Wereldoorlog gegroeid. Jan Rijks, die langdurig in Indonesië heeft gewoond en Rama Polderman, die in Indonesië was geboren en getogen, hebben yoga in Nederland geïntroduceerd. Jan Rijks (1901-1988) introduceerde in 1953 een eigen interpretatie van hatha-yoga en noemde die Saswitha-yoga. Rama Polderman (1924-2004) richtte in 1957 een stichting op die tegenwoordig bekend is als de Stichting Yoga en Vedanta. Rijks en Polderman hebben een belangrijke bijdrage geleverd om yoga in ons land te introduceren.
In de begintijd trok yoga een beperkte groep mensen aan. Vaak waren het hoger opgeleide vrouwen met openheid voor (Oosterse) spiritualiteit. Gaandeweg is yoga steeds populairder geworden en is de doelgroep breder geworden. De ontwikkeling gaat verder en er zijn allerlei specialismen ontstaan en nieuwe doelgroepen worden bediend. Zo is er yoga in bedrijven en organisaties, kinderyoga, zwangerschapsyoga en yoga voor mensen met een beperking. Iedereen heeft wel eens iets over yoga gelezen en gehoord over de onspannende en vitaliserende werking ervan. Als je naar de huisarts gaat met stress klachten is de kans groot dat hij jou adviseert aan yoga te gaan doen.
De populariteit van yoga heeft ermee te maken dat we de voordelen ervan ervaren in een druk en gestrest bestaan. En de drempel om yoga te gaan beoefenen is ook weer verlaagd door het – overigens betwistbare – inzicht dat yoga een vorm van sport is. In de jaren na de Tweede Oorlog is ons land verandert in een sportnatie. We zijn massaal gaan voetballen, wielrennen, tennissen en zwemmen. We zijn gaan bewegen. En yoga betekent dat je sportief bezig bent, dat is, of was, de common sense opvatting.
Het boek Sport en yoga van Selvarajan Yesudian en Elisabeth Haich, dat in 1954 verscheen, heeft mensen bevestigd in het idee dat yoga een vorm van sport is; het heeft velen gestimuleerd yoga te gaan beoefenen als een vorm van sport. Dat boek werd een enorme kaskraker en is het meest verkochte hatha-yoga boek in ons land. Het heeft wel dertien drukken beleefd en heeft ertoe bijgedragen dat we yoga gewoon zijn gaan vinden. Het succes is te verklaren door de suggestie dat sport en yoga twee kanten van één medaille zijn, zoals de titel aangeeft. Maar de relatie tussen sport en yoga is beslist anders. Dit klassieke en prachtige boek wil vooral het wezen van hatha-yoga belichten. En de bescheiden boodschap over sport is gebaseerd op klassieke Indische inzichten om lichaamsoefeningen in vertraagd tempo te doen: zwemmen, boogschieten en hardlopen, al die sportieve handelingen kun je vertragen. Het doel ervan is de integratie van lichaam en geest te bevorderen en een heldere geest te ontwikkelen.
We zijn yoga massaal gaan beoefenen en ervaren dat als ontspannend en helend. We zijn yoga gewoon gaan vinden. Maar het wekelijkse yoga-uurtje dat we beoefenen bestaat enkel uit lichaamsoefeningen (hatha-yoga) in combinatie met ademhalingsoefeningen (pranayama). Dit zijn slechts twee etappes van een langere route. Een van die routes is beschreven door Maharishi Pantanjali. Hij leefde in de tweede of derde voor Christus en heeft de yoga methodisch beschreven als een pad dat uit acht stappen bestaat. Het is bepaald een canon geworden. Een van die stappen bestaat uit asana’s, de lichaamshoudingen en -oefeningen. Dit is wat wij hatha-yoga noemen. En een andere stap is pranayma, dat zijn de ademhalingsoefeningen. Maar yoga is veel meer. Zo zijn er de morele weigeringen, beperkingen die je jezelf oplegt (yama’s), zoals geweldloosheid. Ook zijn er deugden, die je wél moet doen (niyama’s), bijvoorbeeld goed voor je lichaam zorgen. Dan is er de concentratie en focus (dharana) en ook de meditatie (dhyana). In de achtste en laatste stap wordt het doel van yoga duidelijk. De geest is nu helder als kristal en je leeft vanuit een natuurlijke staat van zijn waarin je deelt in een gewaarzijn van gelukzaligheid (samadhi).
De internationale yoga-dag is een bevestiging van de waarde van yoga die voor veel mensen in ons land in de afgelopen vijftig tot zestig jaar een natuurlijke en logische plek in het leven heeft gekregen omdat ze ervaren dat yoga geluk, vitaliteit, rust en balans dichterbij brengt. Met de woorden van Pantanjali: ‘Door yoga verschrompelen alle onzuiverheden en gaat het licht van de wijsheid schijnen.’