Toen bijna een jaar geleden de coronacrisis begon, was ik druk bezig met de afronding van een boek over mijn familie in de Tweede Wereldoorlog. Ik leefde in twee werelden: die van de oorlog en van de lockdown. Beide werelden stemden hierin overeen dat ze vrijheidsbeperkingen kenden. De inzet en strijd van mijn familie voor een leven in vrijheid, vaak met gevaar voor eigen leven, maakte indruk op mij. Daar was moed voor nodig – veel moed.
De moed om een licht te zijn was een boodschap aan het einde van het gedicht The Hill We Climb van de tweeëntwintig jarige Amanda Gorman, dat ze voorlas tijdens de inauguratie van Joe Biden als president van Amerika. Een lichtpuntje in een land waar een diepe verdeeldheid is tussen democraten en republikeinen, tussen zwart en wit. Dat is sinds de burgeroorlog van meer dan 150 jaar geleden jaar een achillespees in Amerika.
In het gedicht van Amanda Gorman klinken hoop en bemoediging. In het woord bemoediging zit het woord moed opgesloten, waarnaar het verwijst. Want moed hebben we hard nodig. En zij die mismoedig zijn of de moed nu in de schoenen zinkt, kunnen de helende woorden van Gorman tot zich laten doordringen: ‘Want het licht blijft altijd schijnen. Als je de moed maar hebt het te zien. Als je de moed maar hebt het te zijn.’ Ook – nee juist – in moeilijke tijden kunnen we de moed opvatten een licht te zijn.
Er is moed voor nodig ons aan de duisternis te ontworstelen.
Moed is de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag, levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Moed is er nodig om negatieve emoties achter je te laten en lethargie, inertie en depressie van je los te schudden. Dat kan in verschillende situaties spelen. Edith Eger overleefde het concentratiekamp en heeft als boodschap geen slachtoffer te willen zijn maar de moedige keuze te maken om te leven. En, meer recent en van een andere orde, is het profwielrenner Tom Dumoulin die aankondigde (tijdelijk) te stoppen met wielrennen om te ontdekken hoe hij trouw aan zichzelf kan blijven. Ook dat vraagt om moed.
Er is moed voor nodig ons aan de duisternis te ontworstelen. Die confrontatie kunnen we overwinnen omdat wij mensen lichtwezens zijn. Dat is niet alleen hoopvol, maar ook een belangrijke sleutel voor ons leven en ons geluk. Franciscus van Assisi zei het al: ‘We hebben een bepaalde mate van moed nodig om gelukkig te zijn.’