We verblijven een paar dagen in een eenvoudig guesthouse in Florence midden in het centrum van deze oude stad. Aan de grote ontbijttafel zitten alle tien de hotelgasten, afkomstig uit verschillende landen van de hele wereld. Tegenover mijn vrouw en mij zitten twee Japanse vrouwen. Voordat ze beginnen te ontbijten, gaan ze achter hun stoel staan, zijn even stil, maken een buiging en ondersteunen die beweging door hun handen voor hun hart samen te brengen. Na afloop van het ontbijt doen ze hetzelfde. Een subtiel en krachtig gebaar van dankbaarheid, zo lijkt het. Het gebeurt met veel toewijding.
Wat een verschil met de mij bekende lange aaneengeregen ketting van gebeden uit mijn jeugd. Het bidden van de rozenkrans bijvoorbeeld bestond uit een schier eindeloze herhaling van Onzevaders en Weesgegroetjes waar maar geen einde aan leek te komen. Het korte gebed van de Japanse vrouwen contrasteert ook met de gebeden en psalmen van het telkens terugkerende getijdengebed in kloosters dat een paar keer per dag wordt gebeden.
De duur van een gebed is een uiterlijke en waarneembare kant. Een gebed kan kort en lang duren. Ook waarneembaar is de lichaamshouding die toewijding en kracht doet vermoeden. Minder waarneembaar is de openheid van het hart want bidden doe je met heel je hart en ziel, met liefde, zodat je zelfs je angst kunt overstijgen.
Want het hart kan zich openen en er ontstaat ruimte voor ontvankelijkheid en overgave waardoor de beperking van het dagelijkse leven wordt overstegen. Ons leven is immers doortrokken van pijn en breekbaarheid en aan de maakbaarheid ervan zijn grenzen verbonden. We kunnen niet altijd onze kwetsbaarheid en ons tekort opheffen maar we kunnen wel bidden als we tegen grenzen aanlopen. Dat kan kracht en troost geven om te kunnen dragen wat pijn doet.
Bidden kan een manier worden om het goddelijke in jezelf ruimte te geven en tot uitdrukking te brengen.
Verlangen, hoop, bevrijding, troost en dankbaarheid kunnen een plaats krijgen in het gebed en het krampachtige en beperkende ego kan worden losgelaten. Er kan om innerlijke leiding worden gevraagd en we kunnen ons verbinden met universele liefde. Bidden wordt dan een manier om het goddelijke in jezelf ruimte te geven en tot uitdrukking te brengen. Het verbindt ons met onze bron van licht en liefde en kan ons kracht en troost geven.
Wanneer we ons afgescheiden voelen van onze Bron, brengen gebeden ons terug naar het bewustzijn van ons ware thuis, van God, van eenheid en heelheid. Minder plechtig geformuleerd zou je kunnen zeggen dat we in het gebed kunnen kijken met de ogen van liefde en vergeving. Die geven ons kracht en dankbaarheid. Dat meen ik te hebben gezien in het korte en toegewijde gebed van de Japanse vrouwen in Florence.