Mijn hele leven maak ik al mee dat er ontkerkelijking is. Toen ik in 1977 in Nijmegen ging wonen en studeren waren er destijds twintig parochies en tien protestante Gemeenten in de stad. De voortschrijdende ontkerkelijking noopte tot een reductie van het aantal parochies. Vanaf juli zal er nog maar één parochieverband bestaan.
Voor die ontkerkelijking worden allerlei redenen genoemd. Zo zou de kerk niet voldoende meegaan met de moderne tijd en teveel vasthouden aan traditionele geloofswaarheden, sleetse liturgische rituelen en te weinig oog hebben voor persoonlijke zinvragen. Daar komt bij dat kerken moeten concurreren. Milieu en duurzaamheid, persoonlijke groei en innerlijkheid, mindfulness en meditatie, zorg voor dak- en thuislozen en de voedselbank hebben ook de aandacht van andere organisaties. Toch denken geleerden zoals filosoof en theoloog Tomáš Halík dat de toekomstige kerk kansen heeft. In zijn boek De namiddag van het christendom schrijft hij dat de kerk zich kan profileren met vraagstukken rond bevrijding uit onderdrukking, milieu, klimaat en armoede. Verrassend is ook dat hij betekenisvolle elementen uit het boeddhisme zoals compassie en meditatie noemt.
Met de voortschrijdende ontkerkelijking verdwijnt ook de kerk als gemeenschap. Die constatering wordt breed bevestigd en ook betreurd. Met de krimp van kerken gaat kennelijk ook de gemeenschap teloor, alsof je het kind met het badwater weggooit. Want: gemeenschap betekent dat mensen elkaar opzoeken en zich samen kunnen buigen over zinvragen, er voor elkaar kunnen zijn en elkaar helpen.
Ik prijs me gelukkig dat ik een bijdrage kan leveren aan het gemeenschapsaspect. Links en rechts ontstaan er kleinere en hechtere gemeenschappen waar zingeving, spiritualiteit en meditatie aan de orde zijn. Met mijn kloosterretraites is er een kring van mensen ontstaan die in retraite gaan. Behalve rust en reflectie zoeken zij gelijkgestemden, mensen die dezelfde vragen stellen, bespreken en naar persoonlijke antwoorden zoeken.
Met mijn kloosterretraites is er een kring van mensen ontstaan die gelijkgestemden zoeken, mensen met dezelfde vragen.
Deelnemers hoor ik verzuchten hoe belangrijk het voor hen is in vrijheid existentiële vragen te delen en te thematiseren. Hoe kan ik leven in vrede? Hoe laat ik negativiteit en onzuiverheid los? Hoe kan ik leven vanuit mijn hart? Het stellen en delen van dit soort vragen zorgt voor humane cohesie en ontwikkelt een sterk gemeenschapsgevoel.
Soms hoef je niet eens vragen te stellen om een gemeenschapsgevoel te ervaren. Tijdens de afgelopen kloosterretraite zat ik met mijn groep samen met een andere groep te eten in de refter. We aten allen in stilte, maar toch was er een sterk gevoel van verbondenheid. Dat is misschien nog wel sterker wanneer je zwijgt. Mensen voelen zich dan sterk verbonden. Vanuit hun hart. Een mooi voorbeeld hoe je gemeenschap kunt vormen.