Het batterijtje van mijn horloge was leeg. Doorgaans is dat geen probleem omdat er overal wel klokken in de buurt zijn. Maar omdat ik een stilteretraite in een klooster gaf, was ik beslist gehandicapt zonder uurwerk. In een klooster gaat alles op tijd en stond en is een horloge voor mij een bittere noodzaak. Niet alleen om de duur van de meditaties en de sessies te bewaken, maar ook om het aanvangstijdstip van de maaltijden en de gebedsdiensten in de kerk te eerbiedigen. Het kloosterleven is volstrekt ritmisch. Maar als je daarop wil meedeinen heb je wel een horloge nodig dat het doet.
Zo’n dragend ritme is cruciaal om rust en stilte te vinden. Het kloosterritme wordt bepaald door het zogenoemde getijdengebed, een dagelijks meerdere malen terugkerend verstillend ritueel op vaste tijden. Contemplatieve kloosters kennen wel acht gebeds- en meditatiemomenten per dag. In andere kloosters zijn dat er drie: het morgengebed, het middaggebed en het avondgebed. Voor de kloosterlingen zijn dat momenten om zich op God te oriënteren. Meer aards gezegd zijn het momenten om te ademen en op te laden. Die drie momenten kunnen samenvallen met de zonsopkomst, de zon op het hoogste punt en de zonsondergang.
Een dragend ritme is cruciaal om rust en stilte te vinden.
De momenten hebben ook een existentiële betekenis. In de ochtend kunnen we de dag bewust beginnen vanuit een positieve houding en de intentie iets moois tot stand te brengen. De middag is het moment om je bewust te worden hoe je de verdere dag aandachtig op koers kunt blijven en je een eventuele last van je af kunt werpen en om een moment van stilte te zoeken en je te oriënteren op vrede. En in de avond kunnen we in dankbaarheid terugkijken op de dag en ons verzoenen met de tegenslagen van het afgelopen etmaal.
Net zoals de tijden van de maaltijden gelden de verschillende gebedsmomenten in een klooster als structurerende ritmische momenten. In dat ritme krijgt stilte een plaats en wordt die gewaarborgd. In onze samenleving echter zijn ritme en collectieve rituelen vaak verdampt of worstelen we ermee. Wordt er in het gezin nog gezamenlijk ontbeten? Is er in het bedrijf nog een collectieve koffiepauze of gaat iedereen individueel naar de koffieautomaat? Wie sluit de dag af met een ritueel?
‘In de klas moet je rust organiseren’, zei een lerarenopleider ooit tegen mij. Voorwaarden creëren voor rust en stilte is dus niet alleen in het klooster aan de orde, maar ook op andere plekken. Collectieve rituelen en ritmes zijn belangrijk omdat ze verbindend en voedend werken en ook weer voorwaarden zijn voor het realiseren van rust en stilte. Maar ze moeten wel worden georganiseerd.