In de dagen rond vier mei, als we jaarlijks de oorlog herdenken, gaan mijn gedachten uit naar mijn vader. Verhalen van vroeger passeren de revue. Het karakter van mijn vader Frans (1925-1982) is in oorlogstijd geen voordeel. In april 1944 heeft hij op zijn werk in Roermond zijn frustraties geuit en zich gevaarlijk negatief uitgelaten over de bezetter. Misschien schat hij in dat het gesprek geen consequenties zal hebben, omdat van zijn Duitse gesprekspartner bekend is dat hij niet loyaal is aan het naziregime. In dezelfde ruimte is echter ook een SS’er die dit gesprek volgt. Deze neemt hem mee naar de chef van de Dienststelle. Met een kort en krachtig einsperren besluit de superieur hem gevangen te laten zetten.
In Venlo wordt hij gevangen gehouden en daarna overgebracht naar Maastricht, waar hij door ene Micheels van de Sicherheitsdienst wordt ondervraagd en zijn loyaliteit aan de nazi-ideologie wordt beproefd. ‘Bist du ein Verwandter von jenem Roumen aus Maastricht?’ wordt hem gevraagd. Hij knikt bevestigend omdat Leo zijn oudste broer is. De Duitser veronderstelt dat het anti-nazi sentiment bij de familie hoort en hij betrokken is bij het georganiseerde verzet. Dat maakt hem extra verdacht. De Duitser komt er echter achter dat er geen sprake is van zo’n betrokkenheid, waar dat bij zijn oudste broer wel het geval is. Mijn vader wordt veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf.
Met een kort en krachtig einsperren besluit de superieur hem gevangen te laten zetten.
Op 26 april 1944 vieren zijn ouders – mijn opa en oma – hun veertigjarig huwelijksfeest. Dat dreigt aan zijn neus voorbij te gaan. Of hij niet eerder kan vrijkomen. Nu de Duitsers de indruk hebben dat hij niet bij het georganiseerde verzet is aangesloten, besluiten ze dat hij eerder vrij kan komen.
Ondertussen is zijn oudste broer Leo op weg naar de gevangenis in zijn woonplaats Maastricht. Het is 25 april 1944. Hij wil fietsen, maar dat zit er niet in, zijn banden zijn lek gestoken. Voor de zoveelste keer. Zijn leidende rol in het verzet als priester is voor de NSB een reden hem te dwarsbomen. Vastberaden loopt hij naar de gevangenis waar zijn jongste broer Frans gevangen zit. Leo onderhandelt met de bezetter over de vrijlating van zijn broer. Morgen zijn de ouders van Frans en Leo veertig jaar getrouwd. Dat feestelijke feit geeft kennelijk de doorslag. Frans mag naar huis, hij is vrij, maar dat besef moet echter wel nog tot hem doordringen. Leo is opgelucht. Hij heeft al zoveel mensen geholpen in de oorlog. Maar dit is zijn jongste broer. Frans gaat met Leo mee naar zijn huis, frist zich op en eet wat. De trein brengt de broers naar Roermond. Op tijd voor de veertigjarige bruiloft van hun ouders de volgende dag.
Dit is een fragment uit het boek: Ton Roumen, De vrijheid van mijn vader. Een markante familiegeschiedenis in oorlogstijd. 2020, Kampen, Uitgeverij Van Warven
