Het lampje in de oven had het begeven. In de bouwmarkt ging ik op zoek naar een nieuw. Dat was een heel gezoek omdat er veel verschillende maten, soorten en systemen zijn. Gelukkig bood de medewerker uitkomst. Hij had pretoogjes, was geduldig, klantvriendelijk en genoot van zijn werk. Zijn ontspannen en vriendelijk gedrag stond haaks op wat de meesten doorgaans associëren met hard werken.
Waarom is hard werken toch zo’n geldende en geaccepteerde norm en horen we deze mantra zo vaak? De noodzaak van hard werken zit kennelijk diep in onze genen. Er bestaat een norm van zo’n 40 uur per week, maar mensen zeggen vaak 50, 60 of zelfs 70 uur per week te werken. Maar is het wel nodig? Hard werken kan immers voor veel stress zorgen en zelfs tot een burn-out leiden. Kan het ook anders?
Van Charles Dickens, Charles Darwin en Thomas Mann is bekend dat ze slechts 4 per dag werkten. Van Einstein weten we dat hij 13 uur sliep. Dat schrijft Soojung-Kim Pang in zijn boek Rust in uitvoering, meer voor elkaar krijgen door minder te werken. Charles Darwin begon na zijn ontbijt en een korte wandeling om 8 uur met zijn werkdag. Tot half 10 was hij op zijn kantoor in Down House ten zuiden van Londen om te schrijven. Daarna nam hij een uur pauze. Van half 11 tot de lunch werkte hij nog eens anderhalf uur. Dan ging hij weer wandelen of liet zich voorlezen. Vanaf 4 uur ’s middags werkte hij dan nog eens anderhalf uur. Darwin werd 73 jaar en schreef in die tijd 19 boeken, waaronder On the Origin of Species – een van de meest invloedrijke wetenschappelijke werken.
Van Charles Dickens, Charles Darwin en Thomas Mann is bekend dat ze slechts vier uur per dag werkten.
Het is maar de vraag of lange werkdagen effectief en nuttig zijn. Stanford econoom John Pencavel ontdekte dat arbeiders in een Britse kogelfabriek tijdens de Eerste Wereldoorlog in werkweken van 70 uur evenveel kogels produceerden als in werkweken van 56 uur. Wetenschappers die 35 uur per week onderzoek deden waren minder productief dan collega’s die met 20 uur per week volstonden. Het minst productief waren de wetenschappers die 60 uur per week werkten. Langer werken leidt niet noodzakelijk tot een beter resultaat. Met korter werken kunnen we meer bereiken. Daarvoor is het nodig mee te gaan met de flow. Focus, aandacht, motivatie, ontspanning en plezier zijn ingrediënten daarvoor. Die kunnen helpen de in het universum aanwezige levenskracht – chi – te benutten. Zo kan hard werken plaatsmaken voor werken met liefdevolle en ontspannen aandacht: een houding die het mogelijk maakt minder uren te werken met meer resultaat en plezier.